28 FEBRUARI 1974 191 dicht gaat. In het verleden zijn diverse termen gevallen, zoals "kapot- schrijverij"zelfs is wel eens het woord "gettovorming" gebruikt. Er is bijna sprake van geweest dat een volledige wijk in diskrediet is gebracht en wij hopen van ganser harte dat dSt boekwerk vanavond wordt dichtge slagen. Wij hebben er overigens alle aanleiding toe te veronderstellen dat dit inderdaad het geval zal zijn, gezien de vele positieve reacties van tal van betrokkenen. Met belangstelling en een gevoel van erkentelijkheid hebben wij van het vele werk dat aan de nota's ten grondslag heeft gelegen kennis genomen. Door deze nota's is naar onze mening een fundament gescha pen voor een goede besluitvorming. Daarnaast zijn wij bijzonder erken telijk voor de reacties van de instituten die er hun oordeel over hebben gegeven. De adviezen komen min of meer neer op een gezamenlijke aanpak, die naar wij verwachten straks resultaten zal opleveren. Er is gezegd dat wij zijn begonnen in een sfeer van polarisatie, het conflict model is veelvuldig gehanteerd, maar wij menen dat er nu een tendens is ontstaan waarbij duidelijk sprake is van een harmoniemodel. Ten aanzien van het wetenschappelijk fundament zijn er twee om standigheden die een beperkende uitwerking hebben. In de eerste plaats heeft het onderzoek betrekking gehad op één wijk, zodat wij het niet kunnen toetsen aan gegevens uit andere wijken. In de tweede plaats heeft men zich bij het onderzoek uitsluitend en alleen gericht op huisvrouwen, terwijl wij van mening zijn dat de wederhelften eveneens vaak een gro te inbreng kunnen hebben, zeker ten aanzien van het leefklimaat. Wanneer wij zoeken naar een historische verklaring van alle ge beurtenissen, staat voor ons de invoering van de arbeidsbesparende bouw centraal. Indertijd is deze vorm van bouwen met tromgeroffel en trom petgeschal ingehaald en de betekenis ervan voor de opheffing van de kwan titatieve woningnood moet niet worden onderschat. Bovendien had men destijds te maken met het effect van het verstrekken van eigen contingen ten aan de woningfabrieken. Als men een en ander toetst aan de denkbeel den en inzichten van nu, is het nogal gemakkelijk een stroom van kri tiek los te laten, maar het blijft een feit dat destijds overleg is gepleegd met tal van instanties en dat de gehele raad het beleid steunde. De nota verwijst bijvoorbeeld terecht naar het samenspel tussen de gemeente en het bedrijfsleven. De ontwikkeling werd niet alleen geaccepteerd, maar ook gestimuleerd en zij werd door iedereen beschouwd als een oplossing van de woningnood. De tijd ligt nog niet zo ver achter ons dat gezinnen pas aan een eigen onderdak geholpen konden worden, wanneer man en vrouw samen naar ik meen ongeveer 47 jaar waren en/of over één of twee kinderen beschikten. In de tijd dat ik zelf ben getrouwd golden die criteria; dat was aan het begin van de jaren '60. Vele mensen verkeren op het ogen blik in de prettige omstandigheid dat zij, wanneer zij het voornemen hebben te gaan trouwen, zich niet al te veel zorgen hoeven te maken over het onderdak en dat kunnen wij zeer positief waarderen. Ik meen dat in 1965 een echtpaar of een aanstaand echtpaar voor het eerst uit zicht op een eigen home had en niet meer hoefde te denken over inwo ning bij schoonouders of over een zolderétage met keukenaccommodatie. Wij kunnen niet aan de indruk ontkomen dat velerlei klachten een vrij sterk individualistisch karakter hebben. De een vindt de huur aan de hoge kant, de ander zou ook nog wel iets meer willen betalen, als hij maar de beschikking zou hebben over een hobbyruimte. Weer een ander verlangt privacy, anonimiteit en sociale afstand, terwijl zijn of haar over buur langzaam vereenzaamt. Onze fractie heeft veel waardering voor de wijze waarop het college denkt een bijdrage te kunnen leveren aan de le-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 191