28 FEBRUARI 1974
199
wijden van uitvoerige discussies aan onderdelen van conclusies en
aanbevelingen die in de nota zijn neergelegd. Mijns inziens zouden
uitvoerige besprekingen daarover een remmende uitwerking kunnen
hebben. Wanneer het projectteam wordt ingesteld, zal dit met de
beschikbare gegevens in handen in de gelegenheid zijn met een schone
lei te beginnen. De voornemens van het college vormen voor mij
een gegeven en ik meen dat ook bij de verdere discussie van het
projectteam deze voornemens een gegeven moeten zijn waarop wij
ons nog niet al te zeer moeten vastleggen.
Bij de opmerking van de heer Sandberg over de gezondheids
zorg wil ik mij aansluiten.
Wanneer het projectteam wordt ingesteld en regels voor de werk
wijze worden opgesteld, zou ik gaarne zien dat de raad daarvan op
de hoogte wordt gebracht. Ook zou ik het op prijs stellen als de raad
kennis kon nemen van de verdere ontwikkelingen.
Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Op blz. 37 en 38 van de
tweede Hoge Vucht-nota wordt de onderwijssituatie in deze wijk
aan de orde gesteld. Uit deze bladzijden blijkt dat er met het on
derwijs in de Hoge Vucht niets verontrustends aan de hand is. Het
gemiddeld aantal zittenblijvers wijkt niet significant af van het stads-
gemiddelde. De deelname aan bepaalde vormen van voortgezet on
derwijs wijkt wel enigszins af maar geeft geen aanleiding tot ver
ontrusting. Bovendien wordt gewezen op de brieven van de inspec
teur van het lager onderwijs en van de schoolhoofden uit de Hoge
Vucht, waarin deze tegenspreken dat de kwaliteit van het onder
wijs in de wijk minder zou zijn dan elders in de stad.
Waarom kom ik dan nu toch weer op het onderwijs terug? Daar
voor zijn enkele redenen. In de eerste plaats vindt mijn fractie het
onderwijs een dermate belangrijk onderwerp, ook voor de Hoge Vucht,
dat zij heeft gevraagd of ik er enige woorden aan zou willen wijden.
In de tweede plaats heeft mevrouw van Nes in de gezamenlijke com
missievergadering gezegd dat de gehele vóór ons liggende nota een
defensieve teneur heeft; ook ik ben van mening dat de nota onmis
kenbaar ergens naartoe is geschreven. De achterliggende intentie is
het wegnemen van de ongerustheid die mede naar aanleiding van het
eerste rapport-Hoge Vucht is ontstaan. Er zijn weinig verkeersonge
vallen in de Hoge Vucht: zie je wel, het is een veilige wijk!
Het aantal zittenblijvers en de percentages van deelname aan m.a.v.o,,
h. a.v. o. en v. w.o. wijken niet significant af: zie je wel met het
onderwijs in de Hoge Vucht is niets aan de hand!
Dergelijke gegevens zeggen echter nog niets over de werkelijke
leefsituatie in de Hoge Vucht.
In de derde plaats gaat het mij nu en in vorige betogen om de
toekomst van de Hoge Vucht. Hierover zou ik nu eerst enkele op
merkingen willen maken. Bij eerdere gelegenheden heb ik getracht
aan te geven welke ongunstige nevenverschijnselen zich kunnen voor
doen bij een al te eenzijdige opbouw van een wijk, waarbij ik voor
al het oog had op de toekomst. De nu al eenzijdige opbouw van de
bevolking in de wijken Wisselaar en Geeren-Noord zal zich in de
toekomst steeds duidelijker manifesteren. Jonge echtparen, aanvan
kelijk blij met hun eigen ruimte, zullen na een aantal jaren naar
een betere woning verhuizen. Achter blijven degenen die geen ho
gere huur kunnen betalen.