201 28 FEBRUARI 1974 Breda 59,1, voor Breda behalve de Hoge Vucht 57,9, voor de Wisselaar 69,8, derhalve een verschil van 12%, Bij h. a. v. o./v. w, o. bestaat hetzelfde beeld: heel Breda 40, 9%, Breda zonder de Hoge Vucht 42% en de Wisselaar 30,2%, Op deze wijze gegroepeerd, geven de cijfers verschillen van 12% te zien en vergeleken met het stadsgemiddelde nog altijd 10%, Ik meen te mogen stellen dat dit beeld wel degelijk verontrustend is. Ook de inspecteur van het gewoon lager onderwijs in Breda geeft in zijn brief toe dat het aantal kinderen met leermoeilijkheden op de g. 1. o.-scholen in Wisselaar-West en Geeren-Noord enigszins hoger zal zijn dan op de andere basisscholen. Terecht merken de hoofden van scholen in hun brief op dat het hogere percentage schoolverzuim moet worden toegeschreven aan ae sociale opbouw van de wijk en niet aan het in gebreke blijven van het onder wijs. Wat is nu onze bedoeling? De kwaliteit van de huidige scholen in de Hoge Vucht staat niet ter discussie en heeft ook niet ter dis cussie gestaan. Al eerder heb ik verklaard dat er in de Hoge Vucht enkele voortreffelijke scholen zijn. Hoofdzaak is voor ons dat in de toekomst door allerlei factoren de kwaliteit en de resultaten van het onderwijs in enkele buurten van de Hoge Vucht mogelijk wel achter uit zullen gaan. Een ontwikkeling in deze richting is nu in eerste aanleg aanwezig: wij moeten er op tijd bij zijn. Onze fractie is dan ook van mening dat de onderwijssituatie, vooral in Wisselaar- West en Geeren-Noord nauwlettend in het oog moet worden gehouden en dat tijdig beleidsmaatregelen genomen moeten worden die een verslechtering van de situatie voorkomen. In het te formeren pro jectteam zullen onderwijsproblemen onzes inziens onderwerp van bespreking moeten uitmaken. Het lijkt mij tevens wenselijk dat ook de schooladvies- en begeleidingsdienst de situatie nauwlettend volgt. Overigens ben ik in tegenstelling tot de heer Sandberg en even als mevrouw van Nes van mening dat het hoofdstuk "Hoge Vucht" vanavond niet moet worden afgesloten, maar dat het nu pas moet beginnen. De VOORZITTER: Het lijkt mij verstandig nu eerst een korte pauze in te lassen, waarin het college zich nog even kan beraden. Ik schors de vergadering. PAUZE.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 201