212 28 FEBRUARI 1974 nen worden verwerkt. Het maatschappelijk functioneren van mensen van verschillende capaciteit, geaardheid en begaafdheid maakt het noodza kelijk dat zij elkaar in het onderwijs kunnen vinden; nog belangrijker is dat de mens in zijn samenlevingspatroon waardering vindt en de mo gelijkheid vindt te leven in een situatie waarin mensen van verschillend karakter en verschillende aanleg, waarvan sommigen met handicaps, met elkaar kunnen leven in een menselijk verband. Deze problemen wor den niet alleen door het onderwijs opgelost; het is een proces van onze samenleving zelf, hoewel de genoemde aspecten natuurlijk ook in het onderwijs aan de orde zijn. Vervolgens kan men de vraag stellen hoe het Bredase gemeentebe stuur de onderwijsproblematiek ziet. Mevrouw Willems heeft gewezen op de eenzijdige bevolkingssamenstelling. Bij een andere gelegenheid heeft zij wel eens gesproken over een "arbeidersbevolking" waar zelf selectie van het onderwijzend personeel plaatsvindt, waar de ouders in geringe mate betrokken zijn bij het onderwijs. Bij dergelijke uitlatingen word ik altijd een beetje kregel, omdat ik persoonlijk de betrokkenheid van de arbeiders bij het onderwijs voor hun kinderen zo sterk heb erva ren. Ik geloof dat het niet waar is dat de arbeidersbevolking niet betrok ken zou zijn bij het onderwijs voor haar kinderen. Misschien is het wel waar dat onze samenleving de waarde, de intelligentie, de taal en de cultuur van die groep niet of in onvoldoende mate bij de gebeurtenis sen in het onderwijs betrekt. Wellicht maken wij een school die is ge baseerd op de middenklasse en zijn ook de cijfers op die klasse gebaseerd. Hiermee komen wij op een probleem waarover men in een avond niet uitgesproken raakt. Wanneer men zich afvraagt hoe de gemeente hier tegenover staat, stelt men zich de vraag hoe deze problemen aan gepakt moeten worden. Hoewel het ongeduld om veel te kunnen doen ook ons bekruipt, meen ik dat wij met enige voldoening kunnen constateren dat wij fundamenteel begonnen zijn met een schooladvies- en begelei dingsdienst teneinde twee dingen te regelen. In de eerste plaats willen wij daarmee degenen die te kampen hebben met defecten, handicaps of achterstanden in het onderwijs, persoonlijk helpen. Veel meer nog willen wij echter een school tot stand brengen waarbij het ideaalbeeld, waarnaar niet alleen mevrouw Willems maar waarnaar een ieder streeft, is verwezenlijkt dat achterstanden in het onderwijs niet meer voorkomen. Wij streven naar een schoolsituatie waarin iedereen zich kan ontwikke len naar aard en capaciteit. Na veel moeilijkheden is de schooladvies- en begeleidingsdienst van start gegaan. De beleidsnota is gereed, de organisatorische opbouw is in de beginfase. Men weet dat het college ondanks alle financiële perikelen nog steeds streeft naar de uitbreiding van de schooladvies- en begeleidingsdienst in deze begroting. Ook weet men dat in de beleids nota van deze dienst de aanpak van de sociaal gedepriveerden nu juist mede naar aanleiding van de motie die de raad heeft aangenomen als een van de eerste prioriteiten op stapel staat. Men weet evenwel tevens dat dit alles niet in één dag verwezenlijkt kan worden. Als de nieuwe medewerkers er al zouden zijn, als er tijd voor de studie zou zijn, zou toch nog minstens een jaar moeten worden gestudeerd op de vraag hoe men een en ander zou moeten aanpakken. Daarbij is het zelfs de vraag of de aanpak in de homogene wijken niet gemakkelijker zal zijn dan in andere wijken. Dit is geen antwoord maar een vraag. De urgentie van de diverse plaatsen waar men maatregelen moet nemen zal ook in de schooladvies- en begeleidingsdienst bepaald moe ten worden. Men kan niet de gehele stad ineens aanpakken; daarover wil ik geen enkele illusie wekken. Het is echter mijn vaste overtuiging dat Breda niet de middelen zal kunnen opbrengen om dit werk alleen te be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 212