216 28 FEBRUARI 1974 handhaven. Ik vind het jammer dat ik van geen der leden van het college iets heb gehoord over de prioriteit voor de Wisselaar, waar wij zouden kun nen beginnen met de uitvoering van de diverse beleidsvoornemens. Eigenlijk heeft wethouder Mans door zijn antwoord de situatie nog veel erger gemaakt dan zij al is. Hij moet eerst zijn toezegging van 23 november 1972 erbij halen om te kijken wat hij heeft gezegd en dat vind ik enigszins vreemd. Ik veronderstelde dat hij al zó lang met deze toe zegging had geworsteld, dat hij er nachten van wakker lag, maar nu blijkt dat hij niet eens meer wist wat hij had toegezegd. Misschien moet er naast de ambtenaar die inventariseert nog een extra ambtenaar worden aangetrokken die toeziet op de uitvoering van de verschillende toezeg gingen. De wethouder heeft mij op mijn woorden gevangen, en terecht, want ik heb gesproken over "multifunctioneel gebruik". Waar ik echter op doelde was dat in de nota wordt gesproken over "het bevorderen van een snelle totstandkoming van de voorzieningen die meer mogelijkheden bieden tot ontplooiing van sport, spel, recreatie en creativiteit". Wel nu, de gymnastieklokalen worden buiten de schooltijden nauwelijks ge bruikt, laat staan dat er sprake zou zijn van multifunctioneel gebruik. In dit licht bezien acht ik het verweer van de wethouder wat zwakjes, nog daargelaten dat hij nu nog steeds niets concreets heeft gezegd over de afdoening. Naar aanleiding van de reactie van de wethouder op het amende ment wil ik het volgende opmerken. In eerste instantie was het mij niet duidelijk wat er werd bedoeld, want ik had de indruk dat de raad door de instelling van de projectgroep de zeggenschap over een volledige wijk min of meer zou delegeren, zodat er sprake van zou zijn dat de raad zich onttrok aan de verantwoordelijkheid voor een deel van Breda. Thans heb ik de indruk gekregen dat de verantwoordelijkheid van de raad on verlet blijft, maar dat wij behalve een deel van de advisering ook een deel van de realisatie overdragen. In dat geval heb ik uiteraard geen enkel bezwaar tegen de instelling van een projectteam, hoewel ik de voorkeur aan een preadvies zou hebben gegeven, teneinde enkele duide lijke criteria vast te leggen, zoals bevoegdheden, financiële middelen, de samenstelling van het team, termijnen etc. De wethouder heeft nog meer criteria genoemd. Mijns inziens moet er meer fundamentele ach tergrond komen voor de voorwaarden waaronder Breda participeert. Naar onze mening moeten de voorwaarden niet alleen ter kennisneming in de raad aan de orde komen. Wij nemen vanavond een besluit en de uitvoe ring wordt gedelegeerd aan het college. De raad kan het college ter ver antwoording roepen, maar uiteraard niet een projectteam. Als wij de me thode gaan hanteren die de wethouder thans voorstelt, zal de uitvoering van het raadsbesluit zich min of meer onttrekken aan onze greep. Dat willen wij te allen tijde voorkomen. Wij zijn niet a priori tegen de pro jectgroep, maar wij willen een overzicht hebben van de gang van za ken met betrekking tot de instelling daarvan. De heer JANSEN: Aangezien wethouder Van Dun moeite schijnt te hebben met een tweetal opmerkingen van mij, lokt hij mij uit deze te verduidelijken.. Ondanks het opheffen van een aantal beperkingen door middel van het hoogspoor is het voor mij een zichtbaar gegeven dat de Hoge Vucht ten gevolge van de spoorlijn, die in feite de stad in tweeën snijdt, en de noordelijke rondweg inons ervaringsbeeld de indruk van een satellietstad kan wekken, in tegenstelling tot andere wijken van onze stad. Deze opmerking heb ik gemaakt omdat ik van mening ben dat de Hoge Vucht vooral door ligging en inwoneraantal dezelfde voorzienin gen dient te hebben als een stad van gelijke grootte. Ik denk daarbij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 216