226 28 FEBRUARI 1974 In de tweede plaats heeft mevrouw van Nes gewezen op de suggestie dat het beleid van de gemeente erop gericht moet zijn om aan gezinnen met kinderen, waar signalen van een zich in ontplooiingsmogelijkheden geremd voelen aanwezig zijn, een hoge urgentie toe te kennen in net kader van het woningtoewijzings beleid. Ik meen dat ik hierover in eerste instantie heb gesproken. Wij willen deze hoge urgentie toepassen en wij hebben overeen stemming met de woningbouwverenigingen over operationele han tering van de sociale indicatie. Daarover zijn tevens besprekingen gevoerd met de directeur van de sociale dienst, dit alles binnen de beperkingen van de uit de mutaties voortvloeiende mogelijk heden om de betrokkenen ook werkelijk te helpen. Met de twee suggesties van de redactiegroep ben ik het volkomen eens. De VOORZITTER: Wil de heer Crul zich nog beraden over het amendement? De heer CRUL: Ik zou om een kleine schorsing willen verzoe ken. De VOORZITTER: Ik schors de vergadering. SCHORSING. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik zou de heer Crul willen vragen wat het resultaat is geweest van het beraad in zijn fractie met betrekking tot het door hem ingediende amen dement. De heer CRUL: Gezien de discussie in de raad zien wij het nut van handhaving van het amendement niet in, zodat wij het intrek ken. Wel willen wij graag straks een stemverklaring over het voorstel afleggen. Ingetrokken zijnde maakt het amendement van de heer Crul geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De VOORZITTER: Het lijkt mij verstandig het besluit naar aan leiding van het preadvies waarover de raad vanavond zo uitvoerig heeft gediscussieerd in drie delen te splitsen. Naar ik heb begre pen is er ook bij de voorbereiding van dit stuk in deze geest ge sproken en zojuist heb ik in de raad bespeurd dat zelfs met be trekking tot het eerste punt geen volledige overeenstemming be staat. Ik stel derhalve de vraag of de raad ermee instemt dat de nota "Hoge Vucht" voor kennisgeving wordt aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig dit voor stel van burgemeester en wethouders besloten, onder aanteke ning dat de heer America geacht wil worden te hebben tegen gestemd. De VOORZITTER: In de tweede plaats stel ik de raad voor de strekking van de beleidsvoornemens, die zoals de wethouder heeft gezegd niet volledig zijn, te onderschrijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 226