231 7 MAART 1974 lijk christenzijn hebben C. H, U„A„ R. P. en K. V. P. besloten in een nieuw verband te gaan samenwerken als Christen-Democratisch Appèl, kortweg het C.D.A. genoemd, dat een partij voor constructieve men sen is. Dit C. D. A. streeft naar dienstbaarheid aan de gehele gemeen schap en het scheppen van ontplooiingsmogelijkheden voor alle burgers en groepen van burgers. De welzijnsbevordering van iedere bewoner van Breda staat in het C, D, A, centraal en zij wil dit graag samen met al le constructieve partijen en groepen in de Bredase raad doen. De samenstelling van het college van burgemeester en wethouders is bij uitstek rond de verkiezingen een punt van gesprek. Wij stellen voor op dat landelijke en politieke verhoudingen niet de maatstaf voor ons ge meentelijk handelen zijn, In ons bestuurlijk handelen dient de beharti ging van de belangen van de bevolking voorop te staan. Door landelij ke wetmatigheden en voorschriften zijn onze mogelijkheden begrensd en binnen die mogelijkheden moeten wij de belangen van de Bredase burgers zien. Daarom zijn wij van mening dat het een democratisch stre ven is een collegesamenstelling te bevorderen waarin de verhoudingen tus sen de fracties zo goed mogelijk zijn weergegeven. Het is daarbij moge lijk van te voren de hoofdpunten van het beleid te bespreken en te ver gemakkelijken, hetgeen door de gezamenlijke boodschap ook is gebeurd. Met name verzoeken wij daarom de andere fracties hun opvatting mede te delen. Het C, D. A. is van mening dat het besturen van de stad in gro te openheid en in veelzijdig overleg met allen die daarbi j betrokken zijn of willen zijn dient te geschieden. Het bestuur dient zijn doelstellin gen dan ook voor middellange termijn te formuleren, hetgeen in een glo baal of integraal beleidsplan moet worden vertaald. De begroting. U constateert zelf dat de begroting dit jaar te laat is aangeboden en dit heeft voor de uitvoering van het beleid soms nogal vervelende consequenties. U moet daarom ook niet hopen maar ervoor zorgen dat de begroting voor 1975 tijdig -- dat wil zeggen: dit najaar kan worden behandeld. De dit jaar voor het eerst gevolgde methodiek van begrotingsbehandeling is juist door onze fractie in het verleden bij herhaling bepleit. Het systeem heeft dit jaar zeker nog niet vlekkeloos gewerkt, maar het zal noodzakelijk zijn een en ander aan een nadere beschouwing te onderwerpen en zo nodig correcties op de methode van behandeling aan te brengen, In de vergadering van september 1973 heeft de raad het besluit ge nomen met een niet-sluitende begroting voor het jaar 1974 akkoord te gaan. In het verleden heeft onze fractie zich steeds voor het opstellen van een sluitende begroting uitgesproken; in principe zijn wij daarvan nog steeds voorstander. De beslissing met betrekking tot een niet-sluiten de begroting hield tevens in dat geen aanvrage voor een aanvullende bij drage uit het Gemeentefonds zou worden gedaan. Wel hebben wij de op dracht op eigen kracht tot een sanering te komen, zodat binnen enkele jaren de begroting weer sluitend zal zijn. Het uitgangspunt zal hierbij zijn dat de uitgaven van de gemeente op een aanvaardbare wijze in even wicht worden gebracht. Als de raad echter meer bij het vaststellen van de begroting en zodoende bij het te voeren beleid betrokken wil zijn, is een verdere, blijvende en tijdige inschakeling van de raad via zijn com missies in de voorbereidingsfase noodzakelijk. Daarnaast heeft de sane ringscommissie als resultaat van haar werkzaamheden ons een sanerings- nota doen toekomen waarin de gedachte van de commissie is opgenomen over de maatregelen die noodzakelijk zijn om tot een sanering te komen. Deze nota is inmiddels door de commissies van advies en bijstand behan deld en u hebt van de standpunten van deze commissies kennis kunnen nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 231