235
7 MAART 1974
geboden. Wij verzoeken uw college daarom bij de op stapel staande re
novaties een onderzoek naar inspraakmodellen in te stellen die een op
timale communicatie tussen burgers en overheid kunnen waarborgen. In
middels vragen wij ons af of in het kader van het in stand houden van
betaalbare huizen tegen een achtergrond van het verantwoord besteden
van gemeenschapsgeld renovatie het geëigende middel blijft in verge
lijking tot het bouwen van nieuwe betaalbare huizen op de oude plaat
sen en vanzelfsprekend voor de oude bewoners. Graag zullen wij hier
over uw mening vernemen.
In aansluiting hierop willen wij nog enkele opmerkingen over het
toewijzingsbeleid maken. Dit beleid is in deze raad bij verschillende
gelegenheden ter sprake gekomen. Hoewel wij voor het vele en goede
werk van de woningbouwverenigingen waardering hebben, achten wij het
van belang dat voor een wezenlijke oplossing van de woningnood en de
woonnood en uit een oogpunt van verantwoorde besteding van de gemeen
schapsgelden de drie woningbouwverenigingen inzake het ontwikkelen
van de plannen, het beheer, het onderhoud van de complexen en het
toewijzen van de huizen tot een volledige integratie met het gemeente
lijk woningbedrijf komen. Wij overwegen bij het betreffende hoofdstuk
een motie in te dienen.
De boodschap. Alvorens hierop in te gaan wil ik even over de al
gemene beschouwingen van de heer Crul in 1973 spreken. Hierin werd
door de heer Crul uitvoerig aandacht aan deze boodschap gegeven, waar
bij hij onder andere heeft gezegd dat de hoofdlijnen hiervan met zijn ver
kiezingsprogramma overeenkomen. Wij vonden dit een verrassende en
ook verheugende opmerking, want ook de heer Crul moet weten dat zijn
fractie in deze boodschap nauwelijks een inbreng heeft geleverd. Als
wij tegen de achtergrond hiervan een oordeel uitspreken, moeten wij
constateren dat een kritische beoordeling van het beleid in de afgelo
pen periode ons er bijna toe verleidt de leden van het college cijfers
te geven en sommige leden nog een zogenaamde taak op te dragen. Wij
menen echter dat wij dit niet moeten doen, maar wij willen u niet in
het ongewisse laten over de wijze waarop wij het beleid beoordelen»
Alle punten van de boodschap zijn de afgelopen jaren aan de orde ge
weest en u hebt bij uw beleid duidelijk met de boodschap van de frac
ties in deze raad rekening gehouden. Niet alle punten zijn afgewerkt en
met sommige is nauwelijks goed een begin gemaakt, maar dit kon ook
niet anders worden verwacht.
Ik ben vrijwel aan het einde van mijn algemene beschouwingen in
eerste instantie gekomen. De kwesties die niet door mij zijn behandeld
zullen bij de algemene beschouwingen van de heer Kramer of bij de
hoofdstuksgewijze behandeling aan de orde komen.
Tenslotte wil ik u nog enkele vragen voorleggen!
Kan Breda in 1974 al van de nieuwe regeling bijdrage openbaar vervoer
gebruik maken?
Zijn er betreffende het betaald voetbal met betrekking tot het overleg
met bedrijfsleven en randgemeenten al vorderingen gemaakt?
Kan het college zeggen hoe de stand van zaken met betrekking tot het
recreatieschap "De Galderse Meren" is?
Is het college niet van mening dat de tijd is aangebroken dit "schap"
verder voor de gehele regio uit te bouwen?
De VOORZITTER: Thans heeft de heer Crul het woord zoals ik
u heb aangekondigd» Hij krijgt een nieuw glaasje water, want het C.D.A.-
water zou hem vermoedelijk met smaken.'