238
7 MAART 1974
Beemden. Er wordt van uitgegaan dat het stadsbestuur voor de totstand
koming van een wijk zal zorgen. Wij zeggen tegen de kiezers in Breda
dat zij rustig kunnen afwachten, omdat het wel goed zal komen. Die
burgers moeten daar straks echter wel leven.
Wat betreft de renovatie zorgt het stadsbestuur ervoor dat de hui
zen, zeker bouwtechnisch gezien, redelijk worden opgeknapt. Het is
niet zo belangrijk hoe dit bij de burgers overkomt, want zij mogen van
ons niet lastig zijn. Wij vinden de Hoge Vucht een mooie wijk en wij
begrijpen niet waarom de mensen zo zeuren. Omdat men echter blijft
aandringen, zullen wij iets doen, maar dan moet men verder ook rus
tig zijn.
Het stadsbestuur heeft op de bouw van de flats in Geeren-Noord
een goed toezicht uitgeoefend en daarom zou daaraan niets mogen man
keren. Als er toch gevaren blijken te zijn en de situatie niet leefbaar kan
worden genoemd, wordt er snel een goed technisch plan opgezet en dat
zullen de bewoners toch zeker goedvinden. Wij doen dit toch voor hen?
De sanering vindt efficiënt en rationeel plaats, waarbij de gevol
gen op het menselijk vlak voor het gemeentepersoneel later wel worden
opgelost evenals de gevolgen van het met een rood potlood schrappen van
de activiteiten die naar onze mening de burgers nog wel aanspreken.
In alle voorstellen overheerst de financiële haalbaarheid waaraan
de menselijke en sociale aspecten helaas steeds ondergeschikt zijn ge
maakt. Deze situatie speelt niet alleen in Breda, maar zij vraagt zeker
ook hier dringend onze aandacht.
Wij menen dat de invloed van de V. V. D. en de V. V. D. -tendensen
op de andere fracties in de raad voelbaar aanwezig is. Deze is groter dan
de politieke verhoudingen toelaten. De V, V. D. -invloed is des te gevaar
lijker omdat zij de schijn wekt voor de belangen van brede lagen van de
bevolking op te komen, terwijl haar daden het tegendeel zijn. Dit is dui
delijk bij de E. N. K. A. -kwestie door het optreden van een V, V. D. -lid
in het dagelijks bestuur gebleken, maar het is bij talrijke kwesties nog
duidelijker gebleken waarbij de V. V, D. geen uitspraken deed of niet
aan de discussie deelnam. Ik denk hierbij dan aan debatten over de huur-
harmonisatie, de Gildewijk, de renovaties, de sociale woningbouw en de
interpellatie van de heer America over de Hoge Vucht.
De leden van de K. V. P. -fractie en de protestants-christelijke
groepering vertonen in dergelijke situaties te weinig een politiek gezicht.
De meerderheid van de PAK-fractie heeft er grote moeite mee deze si
tuatie, die met name het gevolg van het ontbreken van een politiek pro
gram en van de formatie van een afspiegelingscollege is, in de volgen
de raadsperiode te laten voortduren. Wij betreuren het dat onze politie
ke inzichten en overtuigingen -- vermoedelijk komt dit omdat wij slechts
een kleine fractie zijn die met name op de menselijke en sociale as
pecten zijn gericht geen grotere uitdrukking en weerklank in het beleid
hebben gevonden. Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 hebben
er echter twee landelijke verkiezingen plaatsgevonden, die nogal wat
structurele verschuivingen hebben veroorzaakt en ook voor Breda in de
komende raadsperiode zullen doorwerken. Wij zijn er ons van bewust dat
wij gezien die nieuwe positie een grotere verantwoordelijkheid zullen
moeten dragen. Sinds 1970 hebben wij ervaring opgedaan en deze wil
len wij in dienst van het bestuur van de stad stellen. Wij zullen wel eisen
aan de beleidsvoornemens stellen, die meer dan tot nu toe het geval was
moeten worden opgesteld uitgaande van de visie dat het beleid op de
kwaliteit van het welzijn van iedere burger moet zijn gericht, waarbij
extra aandacht moet worden gegeven aan de groepen van burgers die
nog steeds een achterstand hebben. Het zal ook uit het voorafgaande