7 MAART 1973
242
het college hebben gedaan tot de oprichting van huurdersverenigingen
te komen waardoor zowel de bewoners als de gemeente een betere ba
sis voor het overleg zouden hebben. De bewoners moeten daarbij wer
kelijk invloed op de besluitvorming en de uitvoering van renovaties, on
derhoud en nieuwbouw in hun woonomgeving kunnen uitoefenen; dit moet
dan op een zo breed mogelijk vlak mogelijk zijn. Een eerste vereiste
om hieraan te kunnen voldoen is de inschakeling op een zo vroeg moge
lijk tijdstip en wij zullen hiervoor gezamenlijke regels moeten opstellen.
Wat betreft de volkshuisvesting is wel vastgesteld dat vele huizen in Bre
da kwalitatief gezien niet voldoen; zij voldoen niet aan de normale ei
sen, De plannen voor opknappen, renoveren en het plegen van onderhoud
zullen versneld moeten worden uitgevoerd om het woongenot voor de be
treffende bewoners zo spoedig mogelijk te verbeteren. De centrale over
heid geeft ons hiertoe via allerlei maatregelen de gelegenheid. Wij heb
ben er wel eens over gesproken dat het ambtelijk apparaat wellicht de
mankracht voor een versnelde uitvoering van deze werkzaamheden mist
en naar onze mening zullen er tijdelijke maatregelen moeten worden ge
nomen om daarin te voorzien.
Naar de mening van de PAK-fractie moeten de experimenten met
nieuwbouw in de Gerardus Majellawijk met kracht worden voortgezet en
ook in andere oude wijken zal dit het geval moeten zijn. Voor deze
nieuwbouw zullen vooral op financieel terrein voorwaarden moeten wor
den geschapen om kwalitatief gezien goede huizen tegen betaalbare hu
ren te bouwen. Wij kunnen dit niet alleen en de gemeente zal hiertoe
met de woningbouwverenigingen en het Rijk plannen moeten opstellen.
Naast de voorzieningen aan de woningen zal de inrichting van de wijken
erop gericht moeten zijn voldoende ruimte en voorzieningen voor een
goed leefklimaat te scheppen.
De werkgelegenheid. Het is betreurenswaardig dat er op het ge
bied van de werkgelegenheid onvoldoende samenspel tussen de werkgevers,
die voornamelijk de werkgelegenheid verschaffen, en de overheid bestaat
die met de zorg voor de arbeidsvoorziening is belast. Het ongecoördi
neerd inrichten van industrieterreinen is daarvan onder andere een kost
baar en typisch voorbeeld. De vestiging van bedrijven en diensten is nog
altijd een aangelegenheid die in het vrije economische krachtenveld lou
ter op het grootste financiële rendement is gericht. In haar zorg voor de
werkgelegenheid draaft de overheid daardoor meestal achter de feiten
aan en kan daarop in wezen moeilijk invloed uitoefenen. De werkgelegen
heidsmogelijkheden in Breda en regio vertonen daardoor steeds een op en
neer gaan; een zorgwekkend beeld. Het is hierbij moeilijk aan te geven
of deze situatie van structurele aard is. De PAK-fractie onderschrijft
overigens het huidige vestigingsbeleid. Wij willen het college in overwe
ging geven bij onderhandelingen met nieuwe bedrijven of bij de uitbrei
ding van bestaande bedrijven voor de vestiging of uitbreiding een soci
aal statuut tussen bedrijf en vakbeweging als voorwaarde te stellen. In
dit statuut zouden regels kunnen worden opgenomen over onder andere
het aantrekken van personeel uit regio en gewest, de primaire en secun
daire arbeidsvoorwaarden, milieubepalingen en de huisvestingsproblema
tiek.
De PAK-fractie heeft al vele keren op het instellen van een raad voor
de werkgelegenheid aangedrongen. Nog niet zo lang geleden zijn daarover
besprekingen gevoerd en wij zullen graag van het college vernemen hoe
het daarmee op dit moment staat.
Sport. Het betaalde voetbal blijft mét de amateuristische beoefe
ning van sport en spel voor de bewoners van Breda en verre omgeving
van belang. Men kan verschillend denken over het professionele bedrijf