246
7 MAART 1974
positie van Breda hebben wij ons bij een niet-sluitende begroting met
een saneringsplan neergelegd. Naar onze overtuiging werkte Breda de
laatste jaren reeds met een weliswaar formeel sluitende begroting, maar
de werkelijke situatie was versluierd. De spanning tussen de beschikba
re middelen enerzijds en de steeds toenemende behoeften en verlangens
van een zich steeds kritischer opstellende burgerij anderzijds heeft nu
tot een zichtbaar begrotingstekort geleid. Hoewel onze fractie de ziens
wijze van de Saneringscommissie niet op alle punten kan delen, willen
wij voor het werk van deze club onze nadrukkelijke waardering uitspre
ken. Met name moeten wij constateren dat deze begroting dermate is
uitgekleed, dat wij eerder van een striptease-club kunnen spreken. De
methode van onderzoek, de uitvoering, de gehanteerde kriteria en last
but not least de resultaten: het naaktmodel, spreken ons aan. Niettemin
wil ik enkele vragen stellen. Uiteraard was de diepgang van het onder
zoek beperkt en de commissie kon ten aanzien van vele punten slechts
een richting aangeven, die doorgangs naar Den Haag wéés. Mag ik uw
college vragen hoe het zich nu de verdere gang van zaken voorstelt?
Gaat het college zelf de aangedragen mogelijkheden effectueren? De
Saneringscommissie is kennelijk ontbonden, maar wie gaat de begroting
voor 1975 stripteasen en wie gaat de situatie doorlichten in gevallen
waarbij de saneringsclub zelf tot de conclusie is gekomen dat zij niet
gereed kwam?
Ten aanzien van de gemeentelijke belastingen en retributies zijn
wij het in beginsel met u eens dat er een verhoging van het percentage
geldontwaarding gewenst is. Of dit echter van jaar tot jaar zodanig moet
worden verhoogd dat dit in gelijke mate als de uitkeringen uit het Ge
meentefonds groeit staat voor ons niet vast. Een verdere structurele ver
hoging komt ons als nauwelijks acceptabel voor. Breda belast zijn inwo
ners zodanig dat deze verhogingen in beginsel niet meer dan een inflatie
correctie mogen zijn en ook over dit punt zal ik graag een principiële
uitspraak van uw college vernemen. Bij de subsidiëring heeft de gemeen
te de plicht waarborgen voor een doelmatige taakvervulling, een zorgvul
dig financieel beheer en indien mogelijk redelijke eigen inkomsten te
verlangen. Wij zouden het op prijs stellen als uw college een preadvies
omtrent een algemene subsidiesystematiek zou willen uitbrengen. Deze
systematiek moet dan aan de gewijzigde denkbeelden met betrekking
tot het functioneren van gesubsidieerde instellingen zijn aangepast. De
gemeentelijke medeverantwoordelijkheid mag naar onze mening niet
het opdringen van een beleid of een onnodige inperking van de vrijheid
van de te subsidiëren instellingen inhouden. Uit een oogpunt van een
zorgvuldige financiële bewaking is het wel wenselijk dat men van elkaar
weet welke regels,bijvoorbeeld ten aanzien van de continuïteit, in acht
worden genomen.
Tenslotte wil ik met betrekking tot de financiële paragraaf nog een
drietal vragen stellen. Hoe is de stand van zaken met betrekking tot de
onderhandelingen met het Waterschap West-Brabant ten aanzien van de
rioolwaterzuivering? Kunt u een indicatie geven over de ontwikkeling
van de saldireserve na de correctie van de cijfers uit de saneringsnota?
De achterstand bij de uitkeringen met betrekking tot het onderwijs is
ons bekend. Zijn er nog meer achterstanden en zo ja, hoe groot zijn
deze?
Werkgelegenheid. De zorgwekkende stijging van de werkloosheid
in stad en omgeving vraagt om een maximale inspanning van de gemeen
telijke overheid waar dit mogelijk is. Kan uw college reeds informaties
geven omtrent de stand van zaken rond de uitvoering van de motie-Dees,
waarin op het op de kortst mogelijke termijn tot ontwikkeling brengen