249
7 MAART 1974
van de commissies ex artikel 61, voordat wij een geheel beleid uit han
den geven. Vervolgens willen wij ook wel eens iets over de mening en
de positie van de ambtenaren vernemen, die onder een dergelijke com
missie zouden moeten gaan functioneren. Tenslotte willen wij een hel
der standpunt van uw college horen over de positie van de leden van uw
college die tevens lid, respectievelijk voorzitter, van een commissie
ex artikel 61 worden. Voordat deze punten helder op tafel liggen en
door de raad zijn bekrachtigd, weigeren wij over uitbestedingen van on
ze taken en bevoegdheden op deze schaal te spreken.
In de sportsector ziet onze fractie een tendens die wij kunnen waar
deren: de accentverschuiving naar de kleine veldsporten en de binnen
sporten, Toch zijn ook hieromtrent vele vragen gerezen waarvan ik er
vier wil noemen. Hoe staat het in het algemeen met de verhouding tussen
de ambtelijke diensten, de stichtingen en de commissies ex artikel 61?
In het bijzonder denk ik hierbij aan de Sportstichting, de Culturele Raad,
het Jeugd- en Jongerencentrum en de Jeugdadviesraad. Bestaan er wrij
vingen? Hoe staat het met de kwaliteit van onze sportvelden? Kunnen
er afkeuringen worden verwacht? Hoe is het met de realisering van de in-
structiebaden? Is uw planning haalbaar? Welke moeilijkheden doen zich
bij de toegezegde subsidieverbeteringen ten aanzien van de sportvereni
gingen voor?
Sociale zaken en maatschappelijke dienstverlening. Met alle waar
dering voor de desbetreffende wethouder ontkomen wij niet aan de indruk
dat er in deze sector nog steeds vele instellingen zijn die ongecoördineerd
werken, elkaar overlappen en derhalve inefficiënt zijn. Dit klemt des te
meer omdat de schaalvergroting voor de deur staat, waardoor er een twee
de onoverzichtelijke dimensie bijkomt. Wij hopen en vertrouwen dat de
aangekondigde planning, programmering en prioriteitenafweging snel tot
stand komt. Wij wensen de wethouder moed, beleid en sterkte toe en
willen hem adviseren desnoods met de subsidieknuppel achter de deur de
door ons gewenste grotere doelmatigheid af te dwingen.
Ook de bejaardenzorg is onmiskenbaar afhankelijk van een stimu
lerende rol van de gemeente. Een centrale registratie van alle inschrij
vingen bij tehuizen is dermate noodzakelijk dat de hoogste spoed is ge
boden. Gaarne vernemen wij van de wethouder wanneer wij dit jaar zijn
beleidsnota ter zake mogen ontvangen.
Tot slot zal ik graag van de wethouder vernemen hoe het met het
door ons gewenste algemene paspoort voor bejaarden staat. Wanneer kan
het B. B. A. -paspoort tot bijvoorbeeld de culturele voorzieningen worden
uitgebreid?
Thans kom ik dan aan het slot van mijn algemene beschouwingen.
Het vorig jaar hebben wij deze met stellingen afgesloten, maar dit jaar
doen wij dit niet. De laatste beschouwingen in deze raadsperiode zullen
door ons met een balans worden besloten, ter weging van vier jaar be
leid van college en raad. Op de negatieve schaal deponeren wij een nog
steeds slechte communicatie tussen de raad en het college, een door som
mige fracties bewust aangewakkerd wantrouwen tussen de raad en zijn
dagelijks bestuur, een vaag cultureel en welzijnsbeleid met weinig con
crete resultaten, het nog steeds ontbreken van een werkelijke beleidsno
ta en geringe successen in regionaal verband. Op de positieve schaal de
poneren wij in willekeurige volgorde: de invoering van de onroerend-
goed belasting en de afschaffing van de hondenbelasting, de afwikkeling
van de Turfschip-problemen, de aanvang van de bouw van het zwembad
Breda-Noord, de eerste schrede in de richting van de Haagse Beemden,
de financiële sanering, de ontwikkeling van de binnenstad, de afwikke
ling van de wijkvei warmings perikelen, het afkappen van de civic-center