253 7 MAART 1974 de dure en zware activiteiten behoorlijk van anderen afhankelijk, die nog steeds aan nota's en dergelijke werken. Het gaat hierbij om een be drag van circa 430. 000, Wij willen ons niet onmiddellijk in de schuldvraiag verdiepen, maar men kan zich wel afvragen of op deze wij ze een evenwichtig beleid mogelijk is. Gaarne zal ik van u een antwoord ontvangen op de centrale vraag of er wel een cultuurvisie is. Wij hebben niet de indruk dat wij op weg zijn, maar dat wij via nota's, prioriteiten en beleidsvoornemens op langere termijn weer opnieuw beginnen. On dertussen wordt met ons cultuurbezit niet bepaald zorgvuldig omgespron gen en dat is jammer. Voor ons is cultuur nog altijd de levensstijl van onze samenleving, want dit is voorwaar een groot goed dat meer dan ge wone aandacht waard is. Cultuuruitingen worden namelijk van een die pere zin uit bepaald. Volledigheidshalve vermelden wij met vreugde ook de positieve ontwikkelingen van de Culturele Raad. Naar onze mening heeft men de ad hoc-sfeer verlaten en nu is men meer in breder verband bezig, het geen wij als een belangrijk gegeven voor de toekomst zien. Thans kom ik aan het punt bestuurscommissie openbare bibliotheek* Een goed functionerende bibliotheek draagt tot de ontwikkeling c. q. ont plooiing van de mens bij, maar tevens is dit een belangrijke vorm van vrijetijdsbesteding. Financieel gezien zijn de mogelijkheden te beperkt, want vervanging en uitbreiding van het boekenbezit vraagt een bedrag van tonnen en dit kan niet zonder meer beschikbaar worden gesteld. Als wij echter op de huidige wijze voortgaan, zal het bijna twintig jaar du ren voordat wij "bij" zijn. Wij verzoeken u naar een tussenoplossing te zoeken teneinde die periode korter te doen zijn. Wij bedoelen hiermee een financiële zekerheid waardoor wij wat meer kunnen doen en de ach terstand met betrekking tot het boekenbezit wat sneller kunnen inlopen. Voorts verzoeken wij u de belasting op het personeel van de openbare bibliotheek enigszins te verminderen. De bestuurscommissie zou in de eerste plaats graag het filiaal "Oost" in het Brabantpark eindelijk ook op zaterdagmorgen openstellen. Dit punt heeft niet zozeer onze instem ming, omdat wij zogenaamd de burgerij het bestuur over een orgaan in handen geven, terwijl wij gelijktijdig de financiële middelen verminde ren en tegen deze methode hebben wij zeer ernstige bezwaren. Ik hoop dan ook werkelijk dat alles zal worden gedaan om bij de begroting-1975 het een en ander bij te sturen. Dit is een dringend beroep op uw colle ge en afhankelijk van uw antwoord overweeg ik de raad via een motie een uitspraak over de ruimte in het toekomstige financiële budget van de openbare bibliotheek te vragen met betrekking tot het inhalen van de achterstand bij het boekenbezit. Personeelszaken. In het afgelopen begrotingsjaar is duidelijk tot uitdrukking gekomen dat de commissie voor overleg in personeelszaken een taak heeft. Volgens ons zijn wij op de goede weg, maar wij hebben het einddoel nog niet bereikt. Wij zijn van mening dat de contacten met de vakorganisaties en de ambtelijke staf zinvol mogen worden genoemd. Toch is dit nog slechts een aanzet en er zal in het kader van het perso neelsbeleid nog veel moeten gebeuren om in de naaste toekomst het per soneel in alle rust en met voldoening zijn taak te laten verrichten. Om die reden is het personeelsbeleid bij voortduring een punt van zorg. Voor al de impulsen uit de maatschappij en de wijziging in de opstelling van de mensen laten de gemeente-ambtenaren niet onberoerd, want dit vraagt van hen meer dan ooit een mobiele en flexibele instelling. Men moet, meer dan vroeger, snel en gemakkelijk op nieuw ontstane situaties kun nen inspelen. Vele verschijnselen zijn ook voor een groot aantal ambte naren nieuw en dit alles vraagt een bepaalde vorm van aanpassing. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 253