258
7 MAART 1974
te laten horen en dit spijt ons bijzonder. Als men in eerste instantie
zeer indringende vragen stelt waarop men geen antwoord krijgt, moet
men daarop in tweede instantie terugkomen, hetgeen door de V. V.D.
bepaald niet altijd wordt gedaan. Dit alles heeft wel eens tot harde con
frontaties in deze raad geleid en ik denk hierbij aan de behandeling van
Bouvigne, Het Turfschip, de wijkverwarming, Casema, de Kennedy-
brug -- ik heb zojuist iets van "bruggebouwers" vernomen de flat-
bouw in de Hoge Vucht, de Haagse Beemden en vele andere onderwer
pen. Wij hebben aan die discussies in alle openheid en openbaarheid deel
genomen, hetgeen een zware en dikwijls ondankbare taak was. Feitelijk
was deze taak als neventaak te zwaar en een oplossing van dit probleem
moet naar onze mening voornamelijk in een delegatie van bevoegdhe
den en een spreiding van macht en bestuur worden gezocht. De gemeen
teraad zou zich meer tot de grote lijnen van het beleid en het coördi
neren van de verschillende deelgebieden moeten bepalen. Er zal dan
ook met ernst moeten worden gepoogd de burgers meer bij de zorg voor
hun eigen woonomgeving te betrekken en deze vorm van democratise
ring hebben wij tot op heden praktisch gemist. Wijkraden, in samen
werking met vaste ambtelijke teams -- misschien kan de Hoge Vucht
ons daaromtrent iets leren -- kunnen daarvoor naar onze mening een
oplossing vormen. Ook zonder het bestaan van wijkraden kunnen er naar
mijn mening teams uit de ambtenaren worden gevormd om het contact
tussen de burgers en het bestuur effectief tot stand te brengen en ik be
doel dan met name de burgers die zich belangeloos voor het algemeen
belang inzetten. Wij vinden dat er voor de werkers in de organisaties, rver-
enigingen, actiecomité's en besturen in onze stad te weinig waardering
bestaat. Zij zijn het toch die het karakter en de kwaliteit van onze leef
gemeenschap in hoge mate bepalen. Het komt te dikwijls voor dat con
tacten met het stadsbestuur grote frustraties door gebrek aan effect en
ondoorzichtigheid van het apparaat oproepen. Die burgers hebben meestal
met één dienst of bedrijf van de gemeente te maken en men krijgt dan
meestal als antwoord dat een bepaald aspect niet tot de taak van dit be
drijf maar van een ander bedrijf behoort. Zo'n burger moet dan van de
een naar de ander lopen, waarbij alles tegen elkaar wordt uitgespeeld.
Wij menen dat er voor ambtenarenteams een mogelijkheid moet zijn
om dergelijke frustraties te voorkomen.
Op een aantal punten kan gelukkig een zekere kentering worden
ontdekt en ik wil dan nog niet eens wijzen op de medewerking die wij
momenteel van provinciale staten krijgen, die ons met betrekking tot
verschillende aangelegenheden in het gelijk hebben gesteld. Ik heb
zelfs vernomen dat op grond daarvan het bestuur zich met de voorberei
ding ten aanzien van de Dr. Struyckenstraat bezighoudt. U zult zich
herinneren dat wij daaromtrent heel wat hebben gestreden. Wij bestre
den namelijk dat het voorstel dat te dien aanzien door u werd gedaan
op dat moment nodig was en thans wordt er inderdaad een nieuw voorstel
voorbereid, hetgeen indertijd kennelijk niet mogelijk was. Provinciale
staten hebben hun medewerking aan het oorspronkelijke voorstel gewij
zigd en kennelijk kan daaraan nu iets worden veranderd.
Er zijn nog meer veranderingen aangebracht en ik denk daarbij
aan de plattegronden die overal in de stad zijn aangebracht. Deze zijn
werkelijk fraai, maar het is mij opgevallen dat boven de plattegrond
op de Claudius Prinsenlaan met grote letters "Te huur" staat en ik meen
dat wij daaraan nog niet toe zijn, want er mankeert aan onze stad nog
zoveel, dat wij er nog niet aan toe zijn deze te verhuren. Het zou bij
zonder moeilijk zijn daarvoor een goede huurder te vinden.