17 JANUARI 1974 25 op één daarvan wil ik in het bijzonder wijzen. De verzekerde mag zelf geen schuld bekennen of een regeling treffen, want daarvoor is hij ver zekerd, Het lijkt mij positief te waarderen dat de gemeente zich inza ke wettelijke aansprakelijkheid heeft verzekerd. Het maakt op mij een vervelende indruk dat vanavond voortdurend over "adviezen" wordt gesproken. Men zou wel kunnen spreken over "verklaringen" die worden afgelegd door beide partijen, maar het staat voor mij vast dat het onmogelijk is dat door de dienst adviezen over de ze schade zouden zijn uitgebracht, aangezien de verzekeringsmaatschap pij zich daaromtrent niet laat adviseren door een van beide partijen, In het preadvies staat dat b, en w, de zaak in handen van onze verzekerings maatschappij hebben gegeven; vervolgens kunnen wij op allerlei punten verklaringen afleggen en inlichtingen verschaffen waar de maatschappij om verzoekt, doch overigens kunnen wij ons er onder geen enkele voor waarde mee bemoeien. Wethouder BROEDERS: Ik vind de situatie moeilijk, want misschien wek ik de indruk dat ik er bezwaar tegen zou hebben dat de heer Koever mans zijn geld krijgt. Niets is echter minder waar: persoonlijk en ook als wethouder van financiën heb ik er natuurlijk geen enkel bezwaar te gen --ik zou bijna zeggen: integendeel,* -- dat de verzekeringsmaatschap pij tot uitbetaling aan de betrokkene overgaat. Hier is echter -- gezien vanuit het standpunt van de verzekeringsmaatschappij -- de vraag aan de orde hoe de gemeente moet handelen, als zij verzekerd is voor wet telijke aansprakelijkheid. Ik bestrijd de opvatting van de heer Jansen, die heeft gezegd dat men zelf minnelijke regelingen kan treffen. Dat is inderdaad mogelijk, maar alleen op eigen kosten. De heer JANSEN: Dat khn toch.' Wethouder BROEDERS: Ik zou er aan de andere kant op willen wij zen dat wij in het algemeen kunnen constateren dat onze verzekerings maatschappij nogal coulant optreedt. De raad kent natuurlijk niet de ve le dossiers van gevallen waarin betaling wël heeft plaatsgevonden: al leen de uitzonderlijke gevallen, zoals het onderhavige, waarin geen be taling heeft plaatsgevonden, komen in de raad aan de orde. In het al gemeen mogen wij over de handelingen van onze verzekeringsmaatschap pij ten opzichte van degenen die een claim indienen niet ontevreden zijn. Indien dit wel het geval zou zijn, zou dit mijns inziens voor de gemeen te aanleiding moeten zijn om naar een andere verzekering uit te kijken. Ik heb erop gewezen dat de raad, indien hij zou besluiten tot vergoeding van de schade, geconfronteerd zou worden met nog veel meer zaken, hetgeen ik niet juist acht en waaraan mijns inziens grote risico's verbon den zijn. Dit is de achtergrond van ons preadvies. Aan het adres van de heer Froger moet ik zeggen dat ik niet weet of de verlichting inmiddels verbeterd is en of daarvan opgave is verstrekt aan de verzekeringsmaatschappij. Ik kan dit niet beoordelen. De heer America heeft gezegd dat advies is gevraagd aan de heer Van Brink, Onzerzijds is advies gevraagd aan de directeur van de dienst voor jeugd en sport. Deze dienst, waarvan wij mogen aannemen dat hij het best van een en ander op de hoogte is, heeft zijn oordeel gegeven. De heer America heeft het merkwaardig genoemd dat in het pre advies staat dat nog nooit soortgelijke ongevallen zijn voorgevallen. Als men in de verzekeringswereld enigszins thuis is, weet men dat wanneer bepaalde situaties lang bestaan en nooit aanleiding geven tot ongeval len, dit een aanleiding is voor de constatering dat de betrokken situatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 25