263 7 MAART 1974 en het vereenvoudigen van de bestuurlijke procedures de besluitvorming op een zo hoog mogelijk niveau dient te worden gebracht. Het publice ren van lange-termijnplannen per sector dient te worden bevorderd, zo dat afzonderlijke beslissingen in breder verband kunnen worden genomen. Dit alles kan echter alleen worden gerealiseerd als alle betrokkenen op zakelijke wijze en op basis van een wederzijds vertrouwen hieraan deel nemen. Zo lang dit vertrouwen niet aanwezig is lijkt ons een goed be leid niet mogelijk. Wij blijven dan met problemen geconfronteerd zo als wij die de laatste jaren in Breda hebben gekend. Graag wil ik thans in het kort op enkele onderwerpen ingaan. De ruimtelijke ordening moet ten dienste van woon- en leefmilieu staan en DS'70 juicht de huidige ontwikkelingen bij de procedures van nieuwe be- stemmings- en ontwikkelingsplannen toe, omdat dan een beleid op lan ge termijn mogelijk wordt, waarbij de bestaande plannen aan nieuwe waarderingen van het milieu worden getoetst. Een belangrijke doelstel ling moet hierbij het mengen van de woon-, werk- en recreatiefunctie zijn. In dit kader past het bevorderen van de werkgelegenheid, geënt op de plaatselijke situatie, in plaats van het entameren van grote, stads- vreemde projecten, tenzij het algemeen belang dit vordert. Ook dient de superstore, in welke vorm dan ook, te worden geweerd, terwijl een juist beleid ten aanzien van het midden- en kleinbedrijf onontbeerlijk is. In een eerdere begrotingsbehandeling heb ik voor het instellen van een commissie voor het midden- en kleinbedrijf gepleit. U hebt toen gesteld dat hieromtrent reeds plannen bestonden die zich in een verge vorderd stadium bevonden. Graag zullen wij van u vernemen hoe het hiermee staat. Het komen tot een goede regio- of gewestvorming ach ten wij wenselijk, omdat daardoor de mogelijkheid wordt geschapen ge meenschappelijke belangen te behartigen, die nu nog niet effectief kun nen worden aangepakt. De grote trek van voor het merendeel beter ge situeerden uit Breda naar de randgemeenten werkt een verslechtering van het leefmilieu in de stad in de hand. Deze trek, die blijkens rapporten nog steeds gaande is, zal op veel ruimte in de buitengemeenten beslag leggen, waardoor de recreatiemogelijkheden worden beperkt en waardoor de sociale opbouw van onze stad eenzijdig wordt. Ter wille van de ver betering van ons stedelijk milieu zou DS'70 meer aandacht voor een gro tere variatie in de moderne stedebouw willen vragen, waarbij dan in het bijzonder meer aandacht aan de woon-werkfunctie zal moeten worden besteed. De hoogbouw zal drastisch moeten worden beperkt, er moet re creatiegebied worden aangelegd en een verder kwaliteitsverval van met name de woningen in de oude wijken moet worden tegengegaan. De uit groei van Breda moet worden beperkt, want Breda heeft een centrumfunc tie, maar wij moeten daardoor geen hoogmoedswaanzin krijgen. Laten wij ons tweemaal bedenken voordat wij een Bredase Bijlmer in de Haag se Beemden stichten. Ten aanzien van de groenvoorzieningen in onze stad willen wij op een zorgvuldig gebruik aandringen. Wij denken hierbij aan het open hou den van nog bestaande groene ruimten en het bevorderen van boomaan- plant. Graag zouden wij ook zien dat meer woonstraten, die voor het par ticuliere gemotoriseerde verkeer bereikbaar zijn, van drempels aan het begin van de straten werden voorzien zodat veiligheid voor kinderen en meer rust in het woongebied kan worden gegarandeerd. Bij de begrotingsbehandeling in de commissies werd enige tijd bij een aantal milieu-aspecten stilgestaan. Door u is toen onder meer naar voren gebracht dat u de mogelijkheid overwoog een milieupolitie in te stellen. In dit verband werden onder meer de huidige parkeercontroleurs genoemd. Graag zal ik van u vernemen in hoeverre realisatie van dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 263