17 JANUARI 1974 27 17, bijlage nr. 12, SCHRIJVEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, HOUDENDE INFORMATIE TER ZAKE VAN HET KOSTENVERLOOP VAN HET PROJECT "BREDA-HOOG", De heer VAN LOON: Met dit schrijven hebben wij geen moeite voorzover daarbij het geheel van de uitgaven in het geding is. De uit gaven blijven beneden de laatste ramingen die zijn gemaakt en ik meen dan ook dat wij -- wellicht met uitzondering van de ontwikkeling die op het ogenblik aan de gang is -- mogen verwachten dat ook de kosten beneden de recentste ramingen zullen blijven. Wel hebben wij enige moeite met de "betwiste post" van 900, 000, Wij vinden het een ongebruikelijke gang van zaken dat men ineens bereid is een betwiste post te betalen als men een verklaring van de accountant van de tegenpar tij ontvangt. Met betrekking tot deze post hebben wij twijfels en vragen. In de eerste plaats vragen wij ons af of, als de post nu wordt be twist, mag worden aangenomen dat hij niet in de oorspronkelijke raming voorkwam. Men mag welhaast veronderstellen dat dit het geval is en in dien dat juist is, zouden wij gaarne de vraag beantwoord zien of deze post in later overleg aan de orde is gesteld en besproken. Wanneer de in het schrijven van b„ en w. genoemde accountants verklaring van N. S. wordt ontvangen en de gemeente betaalt, betekent dit dan dat de vordering niet meer betwist wordt of is? Als de gemeente betaalt onder protest zodat de vordering haar betwist karakter behoudt, heeft dit mijns inziens geen enkel effect, aangezien wij dan op een la ter tijdstip toch over de vordering moeten gaan praten. Wij kunnen dan ook de kwestie veel beter thans oplossen. De heer SPANJER: Het onderhavige schrijven is de raad toegezon den om te voldoen aan een toezegging van maart 1972 met betrekking tot regelmatige informatie; wij zijn daar bijzonder tevreden mee. B. en w. stellen in hun brief dat zij thans in staat zijn een eventueel heersen de verontrusting over het kostenverloop weg te nemen. Het is duidelijk dat er inderdaad verontrusting heerste over het kostenverloop van Breda- Hoog. Voorts worden in het stuk enkele oorzaken genoemd, waardoor het mogelijk is geworden de "gewenste budgetbewaking" thans wel uit te voeren; ook daarvan hebben wij met genoegen kennis genomen. De N.S. handhaaft haar cijfers van de indexering sinds het beginjaar, maar inmid dels kan worden geconstateerd dat de indexering over de jaren 1972 en 1973 niet geheel juist meer is. Optimistisch blijvend, stelt de N.S. dat er waarschijnlijk sprake is van een tijdelijk oplopen van de indexerings- lijn en dat het mogelijk is dat de lijn door allerlei factoren weer naar beneden gaat. Desondanks menen wij dat dit punt gevolgd moet blij ven worden. Van twee kanten is berekend dat het Bredase aandeel nauwelijks hoger zal worden dan volgens de voorstellen die ons in maart 1972 zijn voorgelegd, In de berekening van de N.S. komt men op ruim ƒ.600,000,- extra uit, waarvan enkele oorzaken worden genoemd, zoals de stijging van de B. T. W. waaraan natuurlijk niets te doen is. Daarnaast heeft ook het college een berekening opgezet die tot een lager resultaat dan de be rekening van de N.S. leidt, waaraan de factuur voor NX-beveiliging waarover de heer Van Loon reeds heeft gesproken -- nog moet worden toe gevoegd. Dit punt is uiteraard besproken in de commissie voor openbare werken, waarbij wij ons, mede na de uiteenzetting van de directeur van openbare werken, akkoord hebben verklaard met betaling van de onderha vige factuur na ontvangst van de in het preadvies genoemde accountants verklaring.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 27