7 MAART 1974 288 voeren. Anderzijds is er een maandelijks extern overleg van dezelfde groep met de P. P. D.zodat de provincie straks niet verrast dreigt te worden door hetgeen wij in de Haagse Beemden willen gaan doen. Een concrete vraag van de heer Sandberg: wat doet het college aan de uit voering van de motie-Dees ter zake van het industrieterrein? Twee din gen, behalve die welke ik al heb genoemd. Zoals ik u zei is er ter za ke van het industrieterrein ook een integrale aanpak, maar vooruitlopend daarop ligt op dit moment in Prinsenbeek een aanvullend onteigenings plan ter visie ter zake van het industrieterreingedeelte, om die zaken ook in tijd veilig te stellen. In de tweede plaats zal de raad op korte termijn een aantal kredieten dienen te verstrekken voor grondverwerving in het industrieterrein. De binnenstad is niet te huur en wat mij betreft is zij nog voor geen miljard gulden te koop. De hearings zijn problematisch geweest, ik ge loof dat wij dit gerust mogen toegeven. Zij zijn door ons met een oprech te bedoeling geïntroduceerd, maar ik heb met het ambtelijk apparaat niet de indruk dat zij ten volle geslaagd zijn. Anderzijds zit het college met de vraag, hoe het dan wel moet. Ik geloof dat wij daar op dit moment niet over behoeven te praten. Het is met name plezierig dat de commis sie algemene zaken er ook over mee wil denken. Het is duidelijk dat in mei een preadvies geëtaleerd zal worden, waarin de raad zich zal moe ten uitspreken over de opvulling van het integratieveld. De aan de heer Sandberg gedane belofte zal ook worden gehouden; vóór de behandeling in de raad zal nog een hearing over dat preadvies worden gehouden, maar in het kader van mijn opmerkingen over de reeds gehouden hearings vraag ik mij af of dit zinvol is. Het gebeurt echter en wij zullen de hearing po sitief tegemoet treden. Eén opmerking over datgene, wat uit de beleidsvoornemens is gehaald, namelijk dat dit college het wonen in de binnenstad wil bevorderen. Te ruggrijpend op hetgeen ik over de Haagse Beemden heb gezegd moet ik er wél voor waarschuwen dat wij, wanneer wij praten over wonen in de binnenstad, nooit wijkvervangend kunnen denken. De opbouw van de be volking in de binnenstad zal nooit zo kunnen zijn dat zij een evenwich tige samenhang vertoont zoals in wijken, buurten en stadsdelen het ge val is. Wij zien het wonen in de binnenstad primair voor bepaalde groe pen. De militaire terreinen. Voor zover dit op mijn gebied ligt is het op het ogenblik moeilijk de heer Sandberg concreet antwoord te geven op alle vragen, die hij heeft gesteld. Ik ben het met hem eens dat, wan neer de militaire terreinen punt van discussie zijn en in de binnenstads visie verworven zullen moeten worden, er een continue afweging tegen an dere belangen moet plaatsvinden, die de aanwezigheid van militairen en militaire terreinen in de gemeente Breda met zich brengt. Wanneer de raad een duidelijk inzicht heeft op de ontwikkelingen in de binnenstad ben ik dan ook van mening dat er met de militaire overheid gepraat moet blijven worden over de vraag, op welke wijze en in welke volgorde de militaire terreinen fasegewijs met de minste risico's kunnen worden ver worven. Het woord "superstore" is gevallen en ik zou daar een korte opmer king over willen maken. Het college stelt zich op het standpunt dat wij eerst dan naar de raad gaan wanneer er aan twee voorwaarden is voldaan. In de eerste plaats is de bespiegeling van het E„ T. I. over het rapport van de sociografische dienst gepubliceerd; u weet dat de Kamer van Koophan del zich heeft beijverd om het rapport van de sociografische dienst kri tisch te doen bekijken en het college wil het rapport van het E. T. I. graag in zijn "ultimatieve" stellingname betrekken. In de tweede plaats zal er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 288