292 7 MAART 1974 u het volgende voorbeeld: bij alle perikelen, die de bibliotheek heeft doorgemaakt, heeft de voorziening voor allen vooropgestaan naast de democratisering van het bestuur. Ik noem u het voorbeeld van de muziek school; om die muziekschool vooi een ieder meer toegankelijk te ma ken is het groepsonderwijs door dit college bevorderd, zijn er orkestklas sen opgericht, is de harmonie- en fanfareopleiding in samenwerking met de harmonieën geïntensiveerd en is de werknota algemene muzikale vor ming in het basisonderwijs uitgebracht, waarvan zoals u weet dit jaar de eerste resultaten te verwachten zijn. Het onderzoek naar de behoefte aan extramuraal vormingswerk is mede gesubsidieerd en in de aanvang via contacten met het rijk en met de provincie mede gestimuleerd. Op ver zoek van het college is door de culturele raad een nota uitgebracht over de kunstzinnige vorming, met name voor de jeugd. Er heeft subsidiëring plaatsgevonden van een aantal nieuwe activiteiten, zoals onder andere het speels creatief centrum, de sociaal-culturele beurs, het jazzfestival, de wereldwinkel en de werkgroep Haagse Beemden, Wij zijn daarnaast overgegaan tot optrekking van de subsidiebedragen ten behoeve van de harmonieën, hetgeen -- en ik ben daar wel een beetje trots op -- onze stad een hoofdartikel in een landelijk contactorgaan opleverde met on geveer de volgende tekst: "Bravo Breda; Breda loopt voorop.'". Tenslotte hebben wij met medewerking van de culturele raad en mede naar aanlei ding van het rapport, dat door de culturele raad is uitgebracht -- "Schets van een Cultureel Centrum" -- een projectgroep geformeerd die ons heeft gerapporteerd over de mogelijkheden van een bestuurscommissie ex arti kel 61 op het gebied van de cultuur, waarbij met name aandacht is be steed aan de culturele instellingen, de coördinatie, het meebesturen en de servicefuncties. Dit rapport is besproken in het college, in de commis sie uit de raad en in de culturele raad. Als de heer Sandberg nu stelt dat hij weinig lijn kan ontdekken, terwijl de heer Kramer onduidelijkheden signaleert, kan ik daar wel een verklaring voor geven. Degene --en het spijt mij dat te moeten stellen -- die bij deze algemene beschouwingen is blijven steken in de vraagstelling, of er nu al of niet een cultuurdienst komt, kan niet anders dan in onduidelijkheden vervallen. Ik heb daar bij vorige begrotingsbehandelingen meermalen heel duidelijke uitspraken over gedaan. Als de heer Sandberg de lijn probeert te vinden door bij deze al gemene beschouwingen een reeks van vragen te formuleren over de com missie ex artikel 61 ten aanzien van het cultureel centrum, is het begin van de draad inderdaad zoek wanneer u bedenkt dat wij zowel in de raads commissie als in een gesprek van raadscommissie met culturele raad uit voerig over het centrum hebben gesproken, waarbij ik helaas moet con stateren dat de heer Sandberg de discussie nauwelijks heeft gevoed door in alle toonaarden te zwijgen. Ik nodig hem uit de draad weer op te ne men als hij binnenkort wordt geconfronteerd met een preadvies over de ze materie. Vervolgens de concrete vraagstelling. De heer Jansen vraagt naar de realisatie van het gemeenschapshuis in Oost. Mij is medegedeeld dat het bestuur op dit moment afziet van de bouw van een permanent gemeen schapshuis en dat de Annaschool aan de Heusdenhoutseweg naar alle waar schijnlijkheid als noodaccommodatie zal worden betrokken. Ten aanzien van zijn vraag naar een inventarisatie van uitgangspunten mag ik hem ver wijzen naar de nota's over het cultureel centrum en naar de daarover ge voerde discussies. Ik moet daarbij tevens stellen dat ik, in tegenstelling tot de uitspraak van de heer Sandberg, van mening ben dat uitgangspun ten en beleid met name in deze sector gedragen moeten worden door de overheid en de burgers samen. De inventarisatie is letterlijk geen een manszaak. In tegenstelling tot hetgeen de heer Sandberg misschien ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 292