297 7 MAART 1974 statuut aldaar. Naast vele andere bezwaren is deze minister van mening dat het sociaal statuut betrekking heeft op aangelegenheden, die of door de wet of door overleg op nationaal niveau worden beheerst. Daarnaast en het lijkt mij gewenst dat woordelijk te citeren heeft de minis ter nog een bezwaar tegen een dergelijk statuut, namelijk dat dit onder andere inhoudt "een imperatief karakter van voorschriften met betrekking tot overleg met bepaalde werknemersorganisaties. Het al dan niet over leg plegen tussen sociale partners en het al dan niet afsluiten van C.A.O.'s is een zaak, ten aanzien waarvan de overheid zich tot op heden, bijzon dere casusposities daargelaten, van inmenging pleegt te onthouden. Er is in Nederland, gezien vanuit het gezichtspunt van de bevoegdheden van de overheid, in het algemeen overleg- en contactsvrijheid in de sociale sfeer. Het ontwerp-besluit" -- dat is het sociaal statuut -- "zal deze vrij heid in de praktijk zozeer beperken dat materieel in het vervolg voor de gegadigden voor vestiging en uitbreiding in de desbetreffende sectoren al thans een overlegplicht zal gelden. Ik acht dit een ongelukkige zaak". Aldus sprak de heer Boersma en ook de heer Van Os zal wel willen aan nemen dat deze niet behoort bij de vriendengroeperingen, waar het col lege regelmatig bij uithuilt. Het lijkt mij gewenst dat de heer Crul eens wat in Den Haag gaat buurten, misschien kan hij daar iets van leren. Men weet het maar nooit. Datzelfde geldt eigenlijk voor de opstelling van het college in de ENKA- zaak, die hij zonet nog even te berde heeft gebracht. Het beleid van het college in dezen is door de gemeenteraad onderschreven, positief bena derd en ook op hoger niveau gewaardeerd. De heer Crul moet wél de goe de onderwerpen kiezen als hij het college of een lid daarvan "down" wenst te krijgen. Kennelijk kan de voorzitter van het PAK niets actueels vinden om op af te geven; hij pakt dan maar wat van de plank en slaat daarmee in de lucht, slaakt een kreet en dat is jammer, vooral voor de toch niet geringe groep Bredanaars die hij vertegenwoordigt. Hierbij zou ik het wil len laten. De VOORZITTER; Dames en heren. Wij zien elkaar vandaag om half twee terug. Ik hoop dat u het geduld zult kunnen opbrengen om naar de minuten te kijken; morgenavond is het in ieder geval afgelopen. De VOORZITTER slylt de vergadering om 00. 30 uur. Druk; B. S. W. -Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 297