8 MAART 1974 300 r werp zullen wij in de commissie voor de financiën aansnijden, ic- Wethouder van Dun heeft zeer positief gereageerd op onze opmerking over de integratie van het gemeentelijk woningbedrijf >m en de woningbouwverenigingen. Gaarne zouden wij van de andere :s- fracties vernemen of zij onze gedachte op dit punt ondersteunen, 'rac- Voorts hopen wij dat het overleg met het waterschap weer op gang zal komen. Onze vragen betreffende de Galderse Meren beantwoordde s- wethouder Mans met enkele mededelingen, die wij voor kennis geving aannemen. Wel willen wij in alle duidelijkheid stellen ders. dat de situatie daar ter plaatse zeer gevaarlijk is, waarbij wij denken aan de afgelopen zomermaanden. Om die reden verzoeken wij dringend om maatregelen ter voorkoming van het vallen van ïeeft slachtoffers. ven. Dit waren mijn opmerkingen in tweede termijn. Mede namens t- onze fractie zal in tweede termijn nog het woord worden gevoerd ten door de heer Kramer, k d De heer CRUL: De heer van Duijl heeft een vrij concrete e- vraag gesteld, namelijk of er mogelijkheden voor een gesprek ivan- zijn, waarbij hij de term "om de tafel gaan zitten" heeft ge ren bruikt. Die mogelijkheden bestaan natuurlijk altijd. Het program ma van de progressieven voor de komende raadsverkiezingen ligt :ek vrijwel vast en op grond van dat programma zullen wij gaarne bereid zijn onderhandelingen te voeren, zeker ook met C. D. A. Overigens hebben wij al duidelijk laten merken dat wij het poli- /er- tiek gezicht van het C.D.A. -- met andere woorden: van de de K. V. P. en andere christelijke partijen -- in deze raadsperiode ip bijna niet hebben gezien. Dat gezicht zal getoond moeten worden en er zal ook aan die zijde een keuze gemaakt moeten worden. Ik geloof dat het wel duidelijk is welke keuze dat zal moeten zijn. p Thans wil ik onze reacties op het antwoord van het college geven, waarbij ik uitga van een benadering van twee kanten. In e de eerste plaats zal ik enkele vragen, opmerkingen en standpunten het ten aanzien van het standpunt van het college in de algemene be schouwingen te berde brengen en in de tweede plaats zal ik in het .nt kort ingaan op de "uitsmijters" van enkele leden van het college ig in de richting van het PAK. Deze "uitsmijters" moeten worden n verdeeld in ae reactie van de heren Broeders en De Raaff ener- e zijds en de reactie van de heren Van Dun en Van Graafeiland it anderzijds, aangezien de woorden van de beide eerstgenoemden en die van de beide laatstgenoemden onder dezelfde noemers kunnen worden gebracht. Straks wil ik de "uitsmijters" op deze wijze benaderen. er- Mijnheer de voorzitter. U hebt gesproken over bestuur en alles wat daarmee samenhangt. Als ik het goed heb begrepen, :- stelt u zich bestuurlijk op dezelfde wijze op als de heer Von de Schmid. U hebt geconstateerd dat het college vrijwel steeds eens- vrij gezind optreedt en dat dit voor u een ideale situatie is. De heer imor Von Schmid heeft ongeveer hetzelfde gezegd, doch hij is van een iets andere benadering uitgegaan. Beide benaderingen houden min of meer in dat de huidige opstelling zou worden geconsolideerd ht en dat de huidige maatschappelijke verhoudingen zouden worden :r- bevestigd. Hieruit volgt dat de verschillen in macht, inkomen en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 300