307 8 MAART 1974 citeer letterlijk "Ieder mens moet de kans krijgen om mee te den ken over en invloed uit te oefenen op de richting, waarin de samenleving zich zou moeten ontwikkelen",, Hij vergat daarbij naar onze mening de navolgende aantekening: "Maar zij moeten het per definitie wel met ons eens zijn, anders komt uit hun inspraak iets wat wij, PAK-uitverkorenen van deze maatschappij, niet kunnen toestaan". Ieder mens moet kunnen meedenken en mede invloed kunnen uitoefenen, maar pakweg 25% van de kiezers van Breda stemt op de V. V. D„ De heer Crul ziet er geen been in deze kiezers als het maar enigszins mogelijk is bij voorbaat al buiten de inspraak te rangeren. De heer Crul zegt dat bij dit college de techni sche prestatie de grote norm is voor het beoordelen van alle zaken, "Door het optreden van dit college raken de menselijke en sociale aspecten meer en meer op de achtergrond". Ik citeer letterlijk wat hij gisteravond heeft gezegd. Hij tracht dit te staven met kreten over de Haagse Beemden, de renovatie, de Hoge Vucht, de flats in Geeren-Noord, de financiële sane ring en nog wat politieke "rimram". Hij bestaat het zelfs de ENKA te noemen. De heer Crul is uit op goedkoop electoraal succes; hij verdraait de waarheid met de achterliggende gedachte dat de doorsnee-burger toch niet weet hoe de zaak precies in elkaar zit en hopelijk daarom als volgt zal reageren: vraag het maar aan de heer Crul, die weet hoe gevaarlijk grote V. V. D. -tendensen in de raad zijn.' De heer Crul heeft ons verwe ten dat wij in principiële zaken geen bijdrage aan de discussies leveren en geen besluiten nemen. Ik ga er juist prat op dat wij ons juist ten aan zien van de dingen die de heer Crul noemt -- Haagse Beemden, renova tie, financiële sanering en de Hoge Vucht-problemen -- integraal ach ter het beleid van dit college opstellen en daarover ook heel duidelijk een uitspraak hebben gedaan, die wij vandaag wel weer willen doen. Wij zijn dus voorstander van de vorming van een college van burgemeester en wethouders met een afspiegeling van de samenstelling van de gemeen teraad. De constructie van de plaatselijke regering van de heer Crul te genover een oppositie achten wij principieel onjuist en bovendien gekun steld. Met de heer Von Schmid zijn wij van mening dat na de verkiezin gen overeenstemming dient te worden verkregen over de hoofdlijnen van het te voeren beleid. Het verdient aanbeveling dat het nieuwe college een beleidsprogramma opstelt en dat dit, al dan niet geamendeerd, door de raad wordt vastgesteld en mogelijk van jaar tot jaar wordt bijgesteld. Een ieder die met ons van mening is dat het eerst aan de kiezer is om een uitspraak te doen ontmoeten wij graag nadien om deze afspraak te effectueren. Of de V. V, D, -invloed op dat moment groter is dan nu is afhankelijk van de kiezer, maar wel durven wij te verklaren dat wij de ze mogelijk grotere invloed nimmer zullen aanwenden om andere groe peringen uit onze samenleving doelbewust de mond te snoeren en het recht op meepraten en meebeslissen te ontzeggen. De heer KRAMER: Ik wil beginnen met het onderwerp volksgezond heid en kom dan bij wethouder De Raaff terecht. Wij hebben wel geno ten van de "one man-show" die hij gisteravond heeft opgevoerd. Het is voor de volksgezondheid goed dat wij op z'n tijd eens lachen en als zo danig kwamen zijn woorden wel goed over. Het begon al goed; wij had den gesproken over het magere van de deelbegroting voor de volksgezond heid en de wethouder zei: als men reeds dik is behoeft men niet dikker te worden. Men moet echter wel tijdig stoppen met de vermageringskuur, dat wil zeggen stoppen met het afstoten van bepaalde dingen. De wethou der wist er gisteren met groot enthousiasme zoveel te noemen dat ik mij afvroeg of er nog wel wat zou overblijven. Het moment van bijvoeding zou namelijk wel eens spoedig kunnen aanbreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 307