8 MAART 1974
308
Vervolgens onze vraag over de hart- en vaatziekten. Naar mijn me
ning is het antwoord daarop onvoldoende uit de verf gekomen. De zaak is
dringend: één op de vier mensen heeft in meerdere of mindere mate een
afwijking in die richting en ik citeer dan een aantal doktoren. 25. 000 ge
vallen per jaar zijn onherroepelijk, 50, 000 gevallen per jaar hebben de
hartinfarct overleefd en dat is nogal wat. Wij wensen een krachtige be
strijding. Gaarne zouden wij meer toelichting zien met betrekking tot
onze wensen wat het onderzoek in de provincie betreft. Eventueel zou
dit een agendapunt voor de commissie maatschappelijke dienstverlening
en volksgezondheid kunnen zijn.
Over personeelszaken heeft wethouder De Raaff ook gesproken. Ik
wil enkele opmerkingen bij twee vragen maken. De wensen van het per
soneel zullen in de naaste toekomst beslist toenemen, hetgeen met nieu
we besluitvormingstechnieken gepaard zal gaan. Juist daarom heb ik ge
sproken over werkbesprekingen. De wethouder spreekt over werkoverleg;
dat k£n anders uitgelegd worden. De wethouder vindt dit -- gelukkig
belangrijk, maar gaat dan over op personeelsbeoordelingen. Dat is ech
ter niet alleen een zaak voor een werkbespreking,, Het is wel belangrijk
genoeg om besproken te worden, maar wij bedoelen toch iets anders.
Bij een werkbespreking gaat het om het gebeuren tussen de chef en zijn
medewerkers binnen de verantwoordelijkheid van die chef met betrek
king tot de werksituatie van de betreffende afdeling. Gaarne zal ik ver
nemen of het college dit streven ondersteunt.
Naar aanleiding van mijn vraag over de grote lijn van een modern
personeelsbeleid sprak de wethouder over de personeelsnota waarvan de
eigenlijke naam luidt: nota inzake inhoud en plaats van de personeels
functie. Dit is een mooie nota en het is ook mooi daarnaar te verwijzen,
maar doen wij als gemeente wel datgene wat in die nota staat? Bestaat
er een personeelsplan met betrekking tot formatie en bezetting en is er
een loopbaanplanning waarbij opleiding en vorming een grote rol spe
len? Wat betreft die opleiding hebt u gisteravond al toegegeven dat het
bedrag van 15. 000, -- naar 5. 000, --is teruggebracht. Doen wij
iets aan job-rotation? Bespreken wij bedrijfseconomische vraagstukken
wel voldoende in relatie tot de afdeling en het niveau van de medewer
kers? Dit alles is namelijk nodig om de mens optimaal te kunnen laten
functioneren in zijn of haar werk en om er zeker van te zijn dat er in
eigen huis een goede sfeer heerst.
Vervolgens wil ik nog iets over culturele zaken en wethouder Mans
zeggen; ik wil overigens in dit betoog slechts op twee wethouders ingaan.
Wethouder Mans heeft gisteravond wat emotioneel gereageerd en dat is
misschien begrijpelijk, maar het komt de zakelijkheid niet ten goede.
Het cultuurbeleid is in zijn totaliteit door ons niet gekraakt. Wij heb
ben van een aarzelend beleid gesproken en ik wil in dit verband dan nog
op de leiding van De Beyerd wijzen, omdat die nogal "zwevend" is.
Dit was een kritische opmerking en de wethouder heeft bovendien in de
commissie van advies en bijstand onderschreven dat er een aarzelend
beleid werd gevoerd. Wij moeten gewoon gaan ordenen, want de burge
rij moet de weg en de interesse niet verliezen. Ik ben blij dat de burge
meester heeft gezegd dat het college bij het instellen van commissies
ex artikel 61 voorzichtig zal zijn. Wij zullen eveneens zeer voorzich
tig zijn bij een beoordeling in dezen. Mijns inziens bestaat er onder an
dere meningsverschil tussen de wethouder enerzijds en de Culturele Raad
en de commissie van advies en bijstand anderzijds en dit is bij de behan
deling van de nota Projectgroep Cultureel Centrum tot uiting gekomen.
De Culturele Raad en de commissie willen gefaseerd werken, maar als
wij de wethouder goed begrijpen wil hij zo spoedig mogelijk tot de in-