325
8 MAART 1974
zonder vroeg stadium met de beleidsvoornemens van het college gecon
fronteerd, Gisteren heb ik al gezegd dat, voor zover dit in de Bredase
situatie relevant is, die elementen in onze door de raad onderschreven
beleidsvoornemens zijn opgenomen. Verdere regelingen zijn gezien de
situatie alhier overbodig. Het is voorts nog een feit dat de regering de
kritiek van de heer Boersma niet heeft weersproken, maar dat men het
juridisch gezien niet mogelijk acht hieraan iets te doen. De Rotterdam
se regeling is namelijk in een privaatrechtelijk jasje gestoken en gaat
min of meer van de fictie uit dat via de eigendom van grond eigen re
gelingen kunnen worden getroffen, óók bij aangelegenheden waarvoor
op hoger regeringsniveau bestuurlijke en overlegkaders bestaan. Kenne
lijk kon de minister van Sociale Zaken zijn collega's niet van zijn ge
lijk overtuigen en het zal u duidelijk zijn dat de goedkeuring van het
sociaal statuut ons in ieder geval niet van ons standpunt afbrengt. Voorts
zal de heer Crul inmiddels wel hebben begrepen dat ik geen moeilijk
heden met mijn fractie krijg als ik de keien die hij het hok in gooit er
met dezelfde kracht weer uit smijt.