332
8 MAART 1974
gereedschap om vorderingen te controleren. Gezien hetgeen er bij Open
bare Werken allemaal onder handen is kan ik uitsluitend zeggen dat dit
ambitieus en reëel is.
De VOORZITTER: Ik kan de heer Spanjer zeggen dat hij mooi heeft
gesproken en dat hierdoor de algemene beschouwingen niet tot de frac
tievoorzitters zijn beperkt. Ik meen dat hiermee wat de beantwoording
van het college betreft kan worden volstaan. Dit is vermoedelijk ook uw
bedoeling, want u hebt gezegd wat u wilde zeggen.
De heer SPANJER: Inderdaad.
De heer VEELENTURF: Binnen uw college is de afspraak gemaakt
dat de distributieve planologie bij de portefeuille van de wethouder van
Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening zou worden ondergebracht en
daarom wil ik graag bij dit hoofdstuk op deze planologie ingaan. Ik heb
meermalen de functies onderschreven die u aan de door u geplande en
ontwikkelde winkelcentra toekent. Ditzelfde geldt voor de zorg van uw
college die functies te handhaven en te waarborgen. Mijns inziens is dit
volkomen terecht, want er kan heden ten dage geen fabriekshal of gro
te ruimte vrijkomen, of een of andere firma ziet mogelijkheden om tot
de vestiging van een zogenaamde verbruikersmarkt te komen. Breda is
wat dat betreft reeds ruimschoots voorzien en het einde is helaas nog niet
in zicht. Dit is naar mijn mening een kwalijke ontwikkeling. De met
veel zorg en na veel studie ontwikkelde winkelcentra komen veelal in
de verdrukking en aan de functie van die centra wordt ernstig te'kort ge
daan. Het zijn namelijk niet alleen de ondernemers die bij het goed
functioneren van die centra gebaat zijn, want ook de burger als consu
ment en als mens heeft hierbij belangen. Het winkelen heeft namelijk
naast economische ook sociale aspecten. Hierdoor worden de garanties
voor een blijvend voorzieningenapparaat, veelal in de directe nabijheid,
gegeven. Bovendien ontmoet men bij het winkelen vele mensen en men
krijgt de mogelijkheid contacten te leggen waardoor de dagelijkse sleur
kan worden doorbroken. Voor vele mensen is het winkelen mede een vorm
van vrijetijdsbesteding en een recreatiemogelijkheid. Daarnaast is het
een keihard gegeven --ik sleep dit argument er niet bij omdat daarover
anders niets zou kunnen worden verteld -- dat de ondernemers in Neder
land gezamenlijk de grootste werkgever vormen. Juist om die reden wordt
door de ongebreidelde vestiging van verbruikersmarkten een groot gedeel
te van de werkgelegenheid in gevaar gebracht.
U zult begrijpen dat ik verheugd ben omdat u door middel van een
wijziging van de bouwverordening enige greep op deze ontwikkeling tracht
te krijgen. Door de toch wel beperkte mogelijkheden moeten wij deze
wijziging als een overgangsregeling beschouwen en ik wil daarom ook
voor een facet-structuurplan pleiten op basis waarvan afdoende maatre
gelen zouden kunnen worden ontwikkeld teneinde de eerder geschetste
ontwikkelingen volledig te kunnen inperken. Misschien kunt u mij eni
ge informatie geven omtrent de termijn waarin u een dergelijk plan met
de eventueel daaruit voortvloeiende maatregelen aan de raad zou kun
nen presenteren.
De heer VAN BANNING; U zult begrijpen dat ik met bijzonder veel
interesse de algemene beschouwingen heb gevolgd. Eén bepaald punt wil
ik bij dit hoofdstuk opnieuw aan de orde stellen en wel met name de riool
waterzuivering. Door de wethouder is hieromtrent toch wel een bijzon
der spectaculaire mededeling gedaan. Hij heeft namelijk over een pat-