335
8 MAART 1974
de verbruikersmarkten. Het is algemeen bekend dat dit probleem ook
het college een doorn in het oog is. Hierbij is overigens ook weer de dua
liteit in het opereren van het dagelijks bestuur in het spel. De heer Vee-
lenturf heeft al gezegd dat hierdoor bepaalde duidelijk aangebrachte pa
tronen op het gebied van de distributieve planologie in de stad Breda wor
den verstoord, maar anderzijds vraagt men zich wel eens af in hoeverre
de gemeentelijke overheid in dit economisch gebeuren mag ingrijpen;
waar ligt de vrijheid van onderneming? Ik meen dat in deze kwesties en
zeker bij nieuwe bestemmingsplannen de schaal duidelijk moet doorslaan
naar voorkoming van een verstoring van het evenwicht dat door de ge
meente in overleg is bepaald. Deze wildgroei vindt met name plaats bij
bestemmingsplannen waar met deze ontwikkeling gewoon geen rekening
is gehouden omdat men niet wist dat die ooit zou kunnen plaatsvinden.
Niettemin heeft die ontwikkeling plaatsgevonden en u weet dat er in Bre
da enkele ongewilde situaties zijn ontstaan. Ik herinner bijvoorbeeld aan
het drama aan de Baronielaan en aan de situatie in Princenhage die niet
is zoals wij wensen. Gelukkig is het kort geding door de gemeente Bre
da gewonnen, maar ook hierbij vond weer tijdverlies plaats. Voorts kan
een dreigende ontwikkeling in het Brabantpark worden geconstateerd en
sinds gisteren is er weer een dreigende ontwikkeling in Ypelaar. Wij kun
nen hiertegen slechts twee soorten van maatregelen nemen. In de eerste
plaats wee-t u dat er voor de normale raadsvergadering van de volgende
week een voorstel gereed ligt om de Bouwverordening op basis van arti
kel 352 te wijzigen. Wij hebben dan een aangrijpingspunt om iets te
doen. Ik wil duidelijk stellen dat dit geen optimale mogelijkheid is, maar
het is in ieder geval iets, In de tweede plaats kunnen bestaande bestem
mingsplannen worden gewijzigd. Ik mag de raad mededelen dat er mo
menteel een wijziging van twintig bestemmingsplannen in voorbereiding
is met de bedoeling deze ontwikkeling tegen te gaan. Ik wil echter dui
delijk stellen dat er op dat gebied eveneens een moeilijkheid bestaat. Wij
kunnen wel zeggen dat er bepaalde bestemmingsplannen worden gewij
zigd teneinde de wildgroei van verbruikersmarkten tegen te gaan, maar
tegelijkertijd betekent dit dat deze raad en dit college zich tegen aan
spraken op schadevergoeding aan derden moeten wapenen die zich in
hun rechten terzake voelen aangetast. Als iemand in een bestaand be
stemmingsplan een mogelijkheid ziet die na de wijziging minder ruim
is geworden, wordt hij in zijn rechten te kort gedaan, hetgeen wellicht
tot financiële aansprakelijkheid ten opzichte van de gemeente kan lei
den.
De heer Veelenturf heeft vervolgens naar het facet-structuurplan
gevraagd, Dit is duidelijk bedoeld voor de gebieden waarvoor nog geen
bestemmingsplannen aanwezig zijn. Wij moeten echter niet menen --
ik meen dit bij de heer Veelenturf te hebben beluisterd -- dat wij daar
mee een instrument in handen zouden hebben om die verbruikersmarkten
te weren. Er is dan alleen een gedachte op tafel gelegd die in het kader
van bestemmingsplannen voor uitwerking vatbaar is. Via rechtsgeldigheid
kan dan de situatie in de hand worden gehouden. Het is natuurlijk dui
delijk dat deze ontwikkeling parallel met de structuur van de binnenstad
en de uiteindelijke bestemmingsplannen voor de binnenstad zal moeten
lopen. Volgende week komt dus de wijziging van de Bouwverordening
aan de orde en wij hopen twintig bestemmingsplannen aan te passen. Er
resteert dan een aantal witte vlekken in de stad, maar op korte termijn
kan daaromtrent niets worden gerealiseerd. Ik neem aan dat het struc
tuurplan er binnen een jaar wel zal zijn, maar de uitwerking in het ka
der van bestemmingsplannen zal nog geruime tijd op zich laten wach
ten.