341 8 MAART 1974 merken wij dat er in gemeentelijke kringen aan de bekende tuin met trapautootjes en fietsen wordt gedacht, maat het gaat ons om verkeers veiligheid in alle aspecten voor het gehele gezin, In dat kader moet een soort park met vele mogelijkheden en bezigheden worden aangelegd. Wij willen de politie niet in de wielen rijden, want deze werkt prima en zij doet dikwijls veel meer dan haar normale taak. Het is onbelangrijk of deze tuin onder het beheer van Jeugd en Sport of onder Openbare Wer ken moet ressorteren, want het belangrijkste is het wezenlijk bestaan en doelmatig functioneren van de tuin. De commissie hoopt spoedig met een eerste rapportage gereed te zijn. Wij spreken er voorts onze teleurstelling over uit dat er in Noord voor de zaalsporten niets kan worden gedaan. Hoe lang moet men daar nog op de bouw van een sportzaal wachten? Het volgende punt ligt enigszins in dezelfde sfeer, want dit betreft het Stedelijk Jeugd- en Jongerencentrum. Wij hadden deze instelling gaarne wat ruimer met financiële middelen bedeeld; is dit nog mogelijk? Heeft er overleg plaatsgevonden zoals de wethouder ons in de commis sie heeft toegezegd? Naar onze mening wordt het tijd enkele organisa ties sec en de onderlinge verbanden eens te onderzoeken en te bezien of de structuur nog is aangepast zodat een optimaal dienstbetoon kan wor den verwacht. Bij deze studie willen wij de Jeugdadviesraad, de Sport stichting, het Stedelijk Jeugd- en Jongerencentrum, eventueel het J.A.C. en als leidinggevend orgaan de dienst voor Jeugd en Sport betrekken. In een goede samenspraak lijkt het ons nuttig de voor- en nadelen van even tuele andere samenwerkingsvormen te bezien en hieromtrent zo nodig met voorstellen te komen. Mijn laatste onderwerp is de recreatie. Reeds verschillende jaren heb ik om een recreatienota verzocht, maar om blijkbaar vele redenen kon deze steeds niet worden uitgebracht. Eén van de argumenten was het niet bestaan van een gelijkvormig beeld met betrekking tot het begrip "recreatie" en dit is juist, maar men blijft dan toch niet op anderen wach ten? Wij hebben daarvoor geen waardering. Overigens is mijn definitie voor recreatie: het kunnen functioneren van de mens in zijn vrije tijd. Het is nu hoog tijd om met het creëren van openlucht-recreatiemogelijk- heden in de Haagse Beemden te beginnen. Teneinde voor subsidie van C. R. M. in aanmerking te komen moet er een basisplan aanwezig zijn, maar ik vraag mij zelfs af of de dienst voor Jeugd en Sport en uiteraard de wethouder de aansluiting met de recreatie niet hebben gemist. Het is mij duidelijk dat nu de regio het initiatief gaat overnemen en terecht, want wij moeten er voor waken in welzijnsnood te geraken. De laatste tijd heb ik mij met de voorstudie van voornamelijk de hoofdpunten van de openluchtrecreatie beziggehouden; deze studie dient verder door de deskundigen te worden bekeken. Er moeten alleen richtlijnen ten behoe ve van de beeldvorming worden bepaald waardoor de studie gemakkelij ker van start zal kunnen gaan. Hierbij moet er wel van worden uitgegaan dat de openluchtrecreatie in belangrijke mate een kwestie van ruimte lijke ordening is. Als vormen van deze recreatie kunnen dan worden ge noemd de uur-, dag- en weekendrecreatie, vakantiebungalows, woonbo ten, waterrecreatie met zeilboten, kano's en motorboten, speelgelegen- heid voor de jeugd en sportvoorzieningen, goede wegen en caravanpar ken, echte rijwielpaden van de wooncentra uit, met of zonder amuse ment, natuureducatie waarbij men actief moet zijn, een bepaalde hoe veelheid bos, groenobjecten, heidevelden en volkstuintjes, een heem- tuin waar de gegevens over land en volk in de naaste omgeving kunnen worden gevonden, een manege, een dierenparkje en eventueel boerde rijen waarbij voorzieningen voor gehandicapten niet mogen worden ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 341