34
17 JANUARI 1974
tie nog niet ideaal zou zijn. Ik heb de indruk dat dit alles enigszins sa
menhangt met de landelijke ontwikkelingen, waarbij op de televisie
wordt verklaard dat wij zuinig moeten zijn met energie en stroom en men
vervolgens in de krant leest dat de prijzen omhoog moeten omdat wij zo
zuinig zijn geweest. Ik zit er zó mee in mijn maag, dat ik eigenlijk om
principiële redenen tegen zou willen stemmen. De verhoging zal in ieder
geval doorgaan, maar ik zou een principiële tegenstem willen laten ho
ren, omdat ik de gang van zaken en de gevolgde handelwijze niet kan
waarderen.
De heer VAN OS: De heer Van Duijl heeft teruggegrepen op het
verleden en omstandig uit de doeken gedaan onder welke omstandigheden
destijds het contract is behandeld, in welk verband ik eraan wil herinne
ren dat ik destijds met betrekking tot de tariefstelling nogal lastig ben
geweest. Bij herhaling heb ik toen aan de wethouder gevraagd mij te ver
tellen hoe Casema aan het voorgestelde tarief kwam en als enige antwoord
heb ik gekregen dat de tarieven overal ongeveer op hetzelfde niveau la
gen. Ik heb vervolgens enkele plaatsen genoemd waar het tarief lager was
en daarop werd gereageerd met de opmerking dat men natuurlijk altijd
wel enkele plaatsen kan vinden waar het tarief lager is, maar dat men
daar dan maar niet naar moet kijken.
Op het ogenblik krijgen wij dan de rekening gepresenteerd voor de
wijze waarop oorspronkelijk de tarieven zijn vastgesteld. In het raadsvoor
stel wordt gesproken over een "oorspronkelijke begroting", maar ik meen
dat een werkelijke begroting met betrekking tot de tariefstelling nooit
heeft bestaan; een dergelijk stuk is de raad althans niet bekend. Deze
gang van zaken heeft nu tot het ter tafel liggende voorstel geleid en wij
hebben geen enkele garantie dat zich niet binnen betrekkelijk korte tijd
een soortgelijke situatie zal voordoen.
Ik moet bekennen dat ik met enig afgrijzen het verslag van de com
missie voor de bedrijven heb gelezen. Alle sprekers merken op dat er te
weinig informatie is en dat het te laat is, waarna de wethouder uiteinde
lijk min of meer toegeeft dat de informatie betrekkelijk gering is en aan
kondigt dat hij de volgende maal Casema zal verzoeken met meer infor
matie voor den dag te komen. Het gevolg van een en ander is dan dat
sommige commissieleden menen hun stem toch maar aan het voorstel te
moeten geven, omdat er geen sprake is van een gemeentelijk project,
maar ik zie niet in waarom men in dat geval vóór zou moeten zijn. Een
ander commissielid had zijn standpunt reeds ingenomen in de begelei
dingscommissie, die naar ik van de heer Van Duijl heb begrepen even
min over informatie beschikte.
De heer Jansen heeft gezegd dat er geen alternatief is, zodat de
raad het voorstel wel moet aannemen, een mening die ik per se niet
deel, In het contract wordt bepaald dat Casema na overleg de tarieven
vaststelt en dat overleg kan onzerzijds heel goed negatief uitvallen. Wij
kunnen ons tegen een tariefverhoging uitspreken en Casema kan de ta
rieven daarna toch verhogen maar men weet dan in ieder geval dat de
raad het er niet mee eens is. Dit is het enige dat wij nog kunnen doen,
aangezien de raad destijds met grote meerderheid het contract heeft goed
gekeurd.
Evenals de heer Van Duijl twijfel ik dan ook in hoge mate aan de
juistheid van de voorgestelde tariefstelling, maar evenmin als de heer
America begrijp ik de conclusie die de heer Van Duijl daaraan verbindt,
namelijk dat de raad het voorstel toch maar moet aanvaarden. Voorlo
pig heb ik de grootst mogelijke twijfels aan de realiteit van dit voorstel,
zodat ik gaarne van de wethouder zou willen vernemen of er nog moge-