352 8 MAART 1974 situatie heel goed kunnen overzien. Thans is dat naar mijn mening niet mogelijk. De heer VAN OS: Ik sta toch wel verbaasd over de discussie met betrekking tot de sluiting van Het Ei. Naar mijn mening wordt er wat lauw gereageerd en daarom willen wij u niet onkundig van onze houding ten opzichte hiervan laten. Er wordt over een relatie tussen het zwembad Het Ei en Breda-Noord gesproken, maar die bestaat in het geheel niet. Breda-Noord zal een zwembad krijgen, dat dit deel van de stad voor zichzelf al nodig heeft. Aangezien er in Breda overigens weinig keus is zal dit zwembad ook door mensen uit andere delen van de stad en zelfs door mensen van buiten de stad worden bezocht, maar een relatie tus sen beide baden bestaat er naar onze mening absoluut niet» Wij weten al jaren dat Het Ei niet aan de eisen voldoet en het is ook begrijpelijk dat het niet aan de eisen voldoet omdat wij er jarenlang niets aan heb ben gedaan. Het is ook duidelijk dat de kosten per bezoeker hoog zijn, want er wordt gewoon statistisch bedrog gepleegd» Het maakt natuurlijk nogal wat uit of men een getal door 1. 000 of door 10. 000 deelt. Men komt dan inderdaad op een bedrag van vijf gulden per bezoeker maar dat zegt natuurlijk niets. Voorts hebt u het zoethoudertje naar voren ge bracht dat er een instructiebad in Breda-West zal komen, maar dat kunt u wel vergeten want er hebben jarenlang twee instructiebaden op papier gestaan, maar er is er nog niet één gerealiseerd. Het belangrijkste is dat wij zeer binnenkort over de situatie van de binnenstad gaan praten waar bij het opnieuw versterken van de woonfunctie ter sprake zal komen en alleen om die reden al mag het zwembad Het Ei niet worden gesloten. Dit zou een onvergeeflijke fout zijn in de lijn van de vele die wij al hebben gemaakt als het verkopen van gemeenschapshuizen en het afsto ten van kastelen en dergelijke. Dit is een verdeling van de boedel waar mee beslist niet verder mag worden gegaan. Voordat wij een beslissing over de toekomstige functie van de binnenstad hebben genomen mag Het Ei niet worden gesloten, ondanks het feit dat daarvan slechts een klein aantal mensen gebruik maakt. Als wij in de toekomst de bevolking die in de binnenstad zal wonen een behoorlijke sportaccommodatie wil len bieden zullen de kosten die wij daarvoor moeten maken veel hoger zijn. Ik moet nog vernemen wat er in de motie van de heer Kramer staat, maar hetgeen hij heeft gezegd is het minste waartoe wij in tegenstelling tot het voorstel van het college kunnen besluiten» De heer SANDBERG: Ik wil een enkel woord zeggen om aan te to nen dat de ondertekenaars van één motie van geheel verschillende inter pretaties kunnen uitgaan. Duidelijk wil ik stellen dat wij wel een rela tie tussen het zwembad Breda-Noord en Het Ei zien al is het alleen al omdat op beide plaatsen kan worden gezwommen. Wij hebben deze mo tie ondertekend om in ieder geval een aansluiting tussen de sluiting ener zijds en de opening anderzijds te creëren. De heer VAN BANNING: Dan moet men het zwembad wel meteen dure bus van die goedkope woningen uit bereiken. De heer BROOIMANS: Het was niet mijn bedoeling het woord te voeren, want er is de laatste dagen tussen de leden van de commissie van Jeugd, Sport en Recreatie zo'n frequent contact geweest dat ik mij van commentaar meende te mogen onthouden. De situatie spitst zich echter op een besluitvorming betreffende Het Ei toe en ik meen te mo gen stellen dat ik met Het Ei niet onbekend ben. Het verbaast mij toch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 352