368 8 MAART 1974 nen dan ook bij dezen de volgende motie in; "De raad der gemeente Breda op 8 maart 1974 in vergadering bij een, constateert dat ter zake van woningexploitatie a) beheer en onderhoud b) toewijzingsbeleid in Breda vier instanties werkzaam zijn, te weten drie woningbouw verenigingen en het gemeentelijk woningbedrijf, overwegende dat een optimaal beleid gediend wordt door een ster ke integratie van de vier groeperingen, concludeert dat volledige integratie dient te worden nagestreefd, zulks conform het standpunt van het college van burgemeester en wethouders. Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van mevrouw Van Rooij-Van den Heuvel mede onderwerp van beraadslaging uit. Wethouder VAN DUN; Met betrekking tot de motie meen ik zon der nader overleg in het college te kunnen vaststellen dat deze, zoals ook is gebleken uit het antwoord van onze kant, onze mening weerspie gelt. Mevrouw Van Nes heeft over drie onderwerpen gesproken, aller eerst over het voorontwerp van wet op de stadsvernieuwing. De resulta ten van de studie die bij het gemeentelijk apparaat op het gebied van dit voorontwerp is verricht verheugen het college, aangezien volgens het voorontwerp raad en college worden voorzien van meer financiële mogelijkheden en bovendien worden uitgerust met beleidsinstrumenten teneinde de gedachtengang over de binnenstad op "beleidsmatige" wij ze te ontwikkelen. Een tweede aspect van het betoog van mevrouw Van Nes wordt gevormd door de problematiek van de sociale woningbouw in de binnen stad. Door het verband met de grondprijzen levert een en ander grote problemen op. Zolang echter bij het college de behoefte blijft bestaan ook sociale woningbouw in de binnenstad te bedrijven, moet mijns in ziens een verschuiving mogelijk zijn. Weliswaar zijn misschien geen verschuivingen mogelijk op de schaal die mevrouw Van Nes op het oog heeft, maar binnen bepaalde complexen kunnen mijns inziens tekorten op percelen die zijn bestemd voor sociale woningbouw worden toegere kend aan percelen die voor de stichting van andere bouwwerken bestemd zijn. Mevrouw Van Nes heeft naar iets gevraagd waarover ik gisteravond heb gesproken, want deze gang van zaken zal te zien zijn in het plan Leuvenaarstraat/Middellaan dat binnenkort aan de raad zal worden voor gelegd. Het plan Leuvenaarstraat/Middellaan heeft een tweeledige bedoe ling. In de eerste plaats heeft men zich bij het gemeentelijk apparaat herbezonnen op de beroemde en misschien wel beruchte Adriaan van Bergeweg waarvan men had vastgesteld dat hij als een speerpunt gericht was op het hart van de binnenstad. Thans is het de bedoeling een vol komen ander tracé aan te geven dat gemoduleerder en minder indruk wekkend door het plangebied heenloopt. Daarnaast is het de bedoeling in het plan Leuvenaarstraat/Middellaan meer ruimte op te nemen voor woningen en in het bijzonder zeker voor sociale woningbouw. Dit lijkt mij een concreet antwoord op de vraag van mevrouw Van Nes. Over renovaties is in de raad al drie keer gesproken. Mevrouw Van Nes heeft gezegd dat de structuur van het overleg niet bevredigend is en zij heeft voorts gevraagd of de dienst openbare werken wel voldoen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 368