8 MAART 1974 369 de geëquipeerd is. Er is naar haar mening niet alleen sprake van een technisch proces, maar van een proces van maatschappelijke verande ring en van een ingreep in het persoonlijk leven van de betrokkenen. Ik twijfel er aan of men mag stellen dat de dienst openbare wer ken voor dit doel niet voldoende is geëquipeerd. Bij het woningbedrijf zijn nog altijd twee maatschappelijk werkers in dienst die beroepshal ve met de door mevrouw Van Nes gesignaleerde problematiek moeten kunnen werken. Aangezien echter de dienst openbare werken in dit op zicht niet de eerst in aanmerking komende instantie is, maken wij al tijd uitgebreid gebruik van de deskundigheid die in onze sociale dienst is geïncorporeerd. De structuur van het overleg is naar de mening van mevrouw Van Nes onbevredigend. Ik heb gezegd dat het verschijnsel van renovaties, hoewel wij ons er al drie jaar mee bezig houden, voor ons en voor de bewoners vrij nieuw is. Met vallen en opstaan proberen wij te zoeken naar de maximale en optimale vormen van overleg met de bewoners, waarbij wij de eersten zullen zijn om gemaakte fouten te erkennen. Me vrouw Van Rooij heb ik toegezegd dat wij niet met een kant en klaar model zullen komen maar dat wij bereid zijn in de commissie voor open bare werken of in de raad te laten zien hoe wij te werk zijn gegaan, op basis van welke structuur wij met de bewoners hebben gecommuniceerd, waar het verkeerd is gelopen en waarom het verkeerd is gelopen. Wel licht kunnen wij door een discussie daarover tot betere oplossingen ko men. Dat er alleen een structuur in het geding is zou ik niet direct dur ven zeggen, want ik meen dat ook andersoortige aangelegenheden in het spel zijn. In deze zakelijke discussie wil ik daarvan één voorbeeld noemen. Wij zijn begonnen met een renovatie van 41 woningen aan het Dijkplein en zoals men weet worden alle bewoners bezocht door een team van drie mensen: een functionaris van de dienst openbare werken, een functiona ris van het woningbedrijf en een functionaris van de sociale dienst. De bewoners van alle 41 woningen zijn bezocht en in 40 gevallen is men be reid tot renovatie. In één geval was de bewoner niet tot renovatie be reid, omdat hij zeer veel aan zijn huis had opgeknapt: hij had niets te gen renovatie als die maar niet op zfjn woning zou worden toegepast, een standpunt dat men naar mijn opvatting dient te respecteren. Vervolgens heeft de raad een krediet van 30. 000, verleend voor de inrichting van een modelwoning. Mevrouw Van Nes is daar ge weest en ook ik ben er een hele middag geweest. Een groot aantal per sonen heeft de modelwoning bezocht, er is met veel mensen gesproken en de persoonlijke indruk die ik daaraan heb overgehouden is dat men verrukt is van de renovatie. Terwijl wij echter op het punt staan met de activiteiten te beginnen, valt er bij de bewoners een brief in de bus van de actiegroep van het Westeinde, waarin wordt medegedeeld dat men nu wel de indruk kan hebben dat de gemeente te goeder trouw is en dat een en ander prettig verloopt, maar dat de actiegroep veel beter weet wat er eigenlijk aan de gang is. In deze brief worden de bewoners voorts uitgenodigd voor een volksvergadering. Op dat ogenblik gebeuren de merkwaardigste dingen en ik vraag mij af of het op dat ogenblik terecht is te signaleren dat er geen overlegstructuren en geen modellen voor in spraak zijn. Ik meen dat er nog wel iets meer aan de orde is dan alleen deze vraag. Het voorafgaande heb ik gemeend te moeten zeggen om iets dui delijk te maken van de moeilijkheid waarmee wij vaak moeten werken. Mevrouw VAN NES-BRANDS: In de eerste plaats wil ik ingaan op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 369