8 MAART 1974
377
ten had daarvoor verschillende redenen, onder meer dat het niet-subsi
diabele gedeelte ingepast zou moeten worden in het investeringsplan
'74-'78 en dat dekking van de rente en aflossing, voortvloeiende uit de
kapitaalslasten, niet was aangegeven. Bovendien voerden gedeputeerde
staten aan dat gezien de huidige budgettaire positie van de gemeente en
de ongunstige uitkomsten van de diensten over '70-'71 geen zekerheid
bestaat dat de nodige dekkingsmiddelen blijvend gevonden kunnen wor
den. Met het oog op de begroting, de bezuinigingen daarop en de sane
ring achten wij het althans niet verantwoord de begroting te verzwaren
met de voor dit project geraamde hoge kosten. Uit de begrotingsbehan
deling blijkt dat de leefbaarheid en de bewoonbaarheid van de stad niet
op peil gehouden kunnen worden, In dit verband moge ik slechts herin
neren aan de voorgenomen sluiting van "Het Ei" waarover hier vanavond
al veel is gezegd. Gezien de opzet van de begroting is er niet veel aan
leiding om in te zien dat er sprake is van een beleidsombuiging die leidt
tot het beter bewoonbaar maken van de stad. Met het oog op de huidige
financiële positie van de gemeente waarbij voorzieningen in hoge mate
met elkaar in concurrentie zijn wijzen wij het opnemen van de dekking
en financiering van de lasten voor de reconstructie van de Tram- en Gas-
brug af.
Overigens is het merkwaardig dat de briefwisseling tussen gedepu
teerde staten en de raad --de brief was tot de raad gericht -- niet aan
het oordeel van de raad is onderworpen en dat de brief reeds door het col
lege is beantwoord, terwijl de beantwoording niet aan de raad is mede
gedeeld.
Wethouder VAN DUN; Ik ken de juiste gang van zaken niet precies
maar naar ik meen zijn er door gedeputeerde staten twee brieven over
de Tram- en Gasbrug geschreven: één aan het college en één aan de
raad. De brief aan de raad heeft naar mijn mening ter visie gelegen.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Voor de commissie, niet voor de raad.'
Wethouder VAN DUN: Graag wil ik dat nagaan; als de brief niet
ter visie is gelegd, zal dat alsnog gebeuren. De brief die aan het college
was gericht is beantwoord.
Op de reconstructie van de Belcrumweg en de Tram- en Gasbrug
hoef ik niet terug te komen: daarvoor is een krediet door de raad verleend.
Gedeputeerde staten hebben aan het daartoe strekkende besluit voorlopig
hun goedkeuring onthouden op basis van drie onzekerheden, In de eerste
plaats vragen zij zich terecht af of de subsidiebijdrage van 5,5 mil
joen van het rijk ook geldt voor het alternatieve plan dat dé raad destijds
heeft geaccepteerd. In de tweede plaats zouden zij willen weten of de
budgettaire consequenties in de begroting voor 1974 zijn ingepast. In de
derde plaats vragen zij zich af wat de relatie is tussen dit project en het
project-Haagse Beemden. Op deze drie vragen is een antwoord gegeven.
Van rijkswaterstaat en het departement is bericht ontvangen dat de sub
sidie ook voor project B geldt. Voorts zijn, zoals mevrouw Van Nes reeds
heeft gezegd, de budgettaire consequenties voor 1974 ingepast in de be
groting van de dienst openbare werken. In de derde plaats is de relatie
met het project-Haagse Beemden duidelijk gemaakt.
De gang van zaken bij de provincie is de volgende geweest. Op de
griffie zijn twee gesprekken gevoerd, één met de gedeputeerde van finan
ciën, waaruit wij hebben opgemaakt dat er van de kant van financiën
na de beantwoording van de genoemde vragen weinig problemen meer
zullen komen. Onlangs heeft het gesprek met de gedeputeerde van ruim-