a 378 8 MAART 1974 telijke ordening plaatsgevonden, waarbij nog één moeilijkheid bleek te bestaan waarmee de raad binnenkort zal worden geconfronteerd: bij de provincie wil men het krediet goedkeuren onder de voorwaarde dat er toch nog een verkorte procedure op het gebied van de ruimtelijke ordening wordt toegepast omdat aan de omwonenden --in het bijzonder de bewoners van de Etnastraat -- de minimale gelegenheid geboden moet worden hun visie op het plan te geven. Dit betekent dat op korte termijn alsnog een voorbereidingsbesluit voor dit project in de raad aan de orde zal komen. Afgezien daarvan blijven wij van mening dat deze kwestie dermate belangrijk is, dat de financiële consequenties in het budget in gepast moeten blijven. Mevrouw VAN NES-BRANDS; Ik moet bekennen dat ik dit eenmerk- waardige gang van zaken vind. In de eerste plaats vind ik het onbegrij pelijk dat de brief van gedeputeerde staten die op 7 november is verzon den nog steeds niet voor de raad ter visie heeft gelegen. Met betrekking tot de inhoud van de beantwoording van het college wijs ik er op dat in de brief van gedeputeerde staten werd gevraagd om dekking in het inves teringsplan '74-'78. Over een dergelijk plan beschikken wij evenwel niet: er is alleen een investeringsplan voor 1974, waarin in de dekking is voor zien. Voor de overige jaren is de situatie, zoals ook in de brief van ge deputeerde staten staat, onduidelijk. Waar de exploitatielasten zijn op genomen is mij volkomen onbekend. Ik heb dat niet kunnen vinden, maar ik ben geen held in het zoeken in de begroting, zodat de wethouder daar omtrent wellicht een mededeling kan doen. In ieder geval wil ik de raad er op attent maken dat wij voor een groot aantal jaren vastzitten aan de dekking en de financiering van dit project, waardoor andere projecten -- ik herinner opnieuw aan "Het Ei" -- niet kunnen worden uitgevoerd. Ik zou mij kunnen voorstellen dat er raadsleden zijn die nog eens even goed over deze kwestie willen nadenken. Het enige waar ik op hoop is dat ge deputeerde staten onverkort aan de onthouding van goedkeuring zullen vasthouden. Wethouder VAN DUN: De lasten zijn ingepast in het budget van de dienst openbare werken. Als reactie op de laatste opmerking van me vrouw Van Nes wijs ik er op dat een gedeputeerde het de moeite waard heeft gevonden naar Breda te komen om aan te dringen op spoed bij het nemen van een voorbereidingsbesluit en dat hij daarvoor twee motieven had. Bij ons overweegt het motief van het belang van Breda, terwijl de gedeputeerde overweegt dat een rijkssubsidie van 5, 5 miljoen verspeeld dreigt te worden en dat de werkgelegenheid juist in deze sector ook het provinciaal bestuur zorgen baart. Als men daarvoor naar Breda komt, heb ik niet de indruk dat gedeputeerde staten nog veel moeite zullen hebben met de goedkeuring van dit krediet. Hierna wordt de discussie gesloten. 6e. Hoofdstuk 7eigendommen niet voor openbare dienst bestemd. Zonder discussie. 6f t/m 6p. Hoofdstuk VIII: onderwijs; paragrafen 1 t/m 6; algemeen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 378