379 8 MAART 1974 paragraaf 2b: bijzonder basisonderwijs; paragraaf 3a: openbaar buitengewoon ónderwijs; paragraaf 3b: bijzonder buitengewoon onderwijs; paragraaf 4a: openbaar voortgezet onderwijs; paragraaf 4b: bijzonder voortgezet onderwijs; paragraaf 6 onderwijs voor zover niet te verantwoorden in de vorige paragraten, Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Nu ik heb gehoord dat onze frac tie nog vierentwintig minuten spreektijd heeft, durf ik over dit onderwerp nog wel iets te zeggen.' Hoewel wethouder Broeders verleden week bij de behandeling van de Hoge Vucht-nota in zijn antwoord op mijn betoog volkomen is voor bijgegaan aan mijn bedoelingen en het door mij te berde gebrachte cij fermateriaal, heb ik toen kunnen constateren dat zijn visie op het onder wijs niet noemenswaard afwijkt van de mijne die ik onder andere tijdens de vorige begrotingsbehandeling heb uiteengezet. In het bijzonder zijn opmerkingen dat onderwijs niet alleen een kwestie van kennisoverdracht moet zijn, dat ook andere dan verstandelijke vermogens gestimuleerd moeten worden en dat de cultuur van de arbeidersklasse in het huidige onderwijs niet tot haar recht komt doordat het onderwijs te veel afgestemd is op de middenklasse vinden bij mij en bij mijn fractie een goed onthaal. Als dit ook de mening van de Bredase K. V.P. is, kan men dat een ver heugend verschijnsel noemen. In dit verband is het dan ook interessant te verwijzen naar de opstelling van de landelijke K.V, P. tijdens de behan deling van de onderwijsbegroting die deze week heeft plaatsgevonden. De visie van minister Van Kemenade waaruit onder meer een soortgelij ke opvatting blijkt als de wethouder verleden week en ik tijdens de vo rige begrotingsbehandeling hebben uiteengezet is bij monde van de on- derwijsspecialist van de K. V. P.de heer Hermes, onderschreven. Overigens betreur ik het, nogmaals gezegd, dat de wethouder niet is ingegaan op mijn opmerkingen over de concrete situatie in de Wisse laar en De Geeren-Noord, Mogelijkerwijs kan hierover in de toekomst nog een gesprek worden gevoerd in de raadscommissie voor onderwijs. De genoemde visie van de wethouder sluit goed aan bij de beleids visie van de schooladvies- en begeleidingsdienst, hetgeen waarschijnlijk niet toevallig is. De PAK-fractie stelt zich volledig achter de beleids visie en achter het werkplan '73-'74 dat door de directeur en de bestuurs commissie is opgesteld. Bijzonder ingenomen zijn wij met het voorne men van de dienst het project dat de begeleiding van kinderen uit de so ciaal gedepriveerde milieus beoogt binnen de dienst de hoogste prioriteit te geven. Dit ligt geheel in de lijn van de motie die de gemeenteraad enkele jaren geleden heeft aangenomen. Ook het voornemen van de dienst in de komende jaren bij de opzet van projecten directe inspraak van het onderwijsveld te realiseren kan onze instemming hebben, gezien onze opmerkingen hierover tijdens de vorige begrotingsbehandeling. Het is een omvangrijk takenpakket dat de dienst wil gaan uitvoeren. Wij hopen van harte dat men deze taken met succes zal kunnen uitvoeren in het belang van het Bredase onderwijs. Verheugd zijn wij dan ook dat b. en w. het minderheidsvoorstel van de saneringscommissie heeft overgenomen en deze dienst wèl de negen voor het takenpakket noodzakelijke uitbreidings vacatures toestaat. Als deze dienst reeds in de beginfase ernstig belemmerd zou zijn in de uitoefening van zijn zo urgente taken, zouden wij dit ern stig hebben betreurd. De raadscommissie voor onderwijs heeft geadviseerd voor de volgen de jaren de vacatures afzonderlijk te bezien, maar het college heeft dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 379