17 JANUARI 1974
37
king van het net, zodat wij geen tariefverhogingen van deze aard meer
behoeven te verwachten. Uiteraard zal het tarief, zoals ieder tarief,
stijgen, maar toekomstige stijgingen zullen gefundeerd moeten worden
aan de hand van de inflatie en de normale stijgingen van de kosten van
beheer en onderhoud; dergelijke facetten zullen een ieder aanspreken.
Hieromtrent heeft de heer Crul opgemerkt dat de hoogte van het tarief
een belangrijke rol heeft gespeeld bij de besluitvorming van destijds.
Dit is juist en het is eveneens juist dat ook wanneer het ENWA-bedrijf
de activiteiten zelf zou hebben voortgezet, naar onze verwachtingen
eveneens aanzienlijke tariefstijgingen zouden zijn opgetreden. Dat dit
niet kan worden bewezen, is natuurlijk logisch, omdat het ENWA-bedrijf
de investeringen voor dit doel niet doet en de gang van zaken niet zó
danig volgt, dat het reële cijfers kan noemen. De redenen die hebben
geleid tot hogere investeringen zijn overigens uiteraard door het ENWA-
bedrijf uitgebreid beoordeeld.
De heer Van Duijl heeft het college verzocht Casema om een ex
tern accountantsonderzoek te vragen. Nu meen ik dat een extern accoun
tantsonderzoek in het contract is geregeld. In welke mate de heer Van
Duijl de accountant die Casema heeft -- en die dezelfde is als die de
P. T. T. heeft -- "extern genoeg" vindt, weet ik niet, maar in ieder ge
val is het een externe accountant die bij de jaarverslaglegging van Ca
sema een accountantsverklaring dient op te stellen die de basis is voor
de verdere tariefstelling die Casema in Breda hanteert. In dit verband
wijs ik erop dat de exploitatie van het Casemanet-Breda op zichzelf wordt
behartigd en niet wordt vermengd met allerlei andere Casema-activi
teiten in Nederland of daarbuiten. Hieruit volgt in feite dat wij reeds
over een externe accountantsverklaring beschikken. Uiteraard hebben wij
nog geen verklaring over 1973, maar er is wel een begroting die door
de accountant is beoordeeld en die overigens ook ter visie heeft gele
gen en aan de leden van de begeleidingscommissie is uitgereikt.
De heer America heeft mij een vrij ingewikkelde vraag gesteld
over de collectieve dan wel individuele aansluiting en ik ben erg blij
dat ik mij herinner dat onder punt 3 van de agenda bij B, a, een stuk
is opgenomen waaromtrent het college zich voorstelt een preadvies uit
te brengen, namelijk een adres van de heer J. F. G. Behr e. a. d. d. 20
december inzake de toepassing van de maandtarieven van de N. V. Ca
sema. Hierin komt precies dezelfde vraag aan de orde als die de heer
America hier heeft gesteld. Ik zou hem willen verzoeken de preadvi
sering van het college terzake af te wachten. Nu kan ik alvast zeggen
dat Casema zich niet heeft vergist; een nadere uiteenzetting zal in het
uit te brengen preadvies worden gegeven.
De heer Froger blijkt minder goed op de hoogte te zijn dan ik had
verondersteld. Er is geen sprake van verplichte aansluiting.
De heer FROGER: Sorry, dat is onduidelijk uitgedrukt, maar u be
grijpt precies wat ik bedoel.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik begrijp precies wat ik bedoel
en daarom wil ik hierover dan ook nog iets zeggen.'
Er is geen sprake van verplichte aansluiting, maar wel is -- dat
staat enigszins los van het Casema-contract -- in de bouwverordening
van de gemeente Breda een regeling opgenomen die het plaatsen van
antennes kan verbieden.
De heer FROGER: Maar daarin wordt geen termijn van vijf jaar
genoemd en deze is wel betrokken in het besluit met betrekking tot