382
8 MAART 1974
wethouder verwacht dat een en ander gerealiseerd zal worden.
Er is een begin gemaakt met de activiteiten van de schooladvies-
en begeleidingsdienst. De eerste resultaten zijn duidelijk zichtbaar. De
dienst is begonnen met het uitbrengen van een duidelijke beleidsnota
op basis waarvan gewerkt kan worden. Het is de moeite waard te ver
melden dat ook psychologen bij deze dienst een plaats hebben gevon
den. Helaas moeten wij constateren dat het schoolmaatschappelijk werk
er nog niet in is ondergebracht, maar wij zijn pas aan het begin, dus al
le mogelijkheden staan nog open. In de begroting is een ruime post uit
getrokken voor de opzet en uitbreiding van deze dienst ten behoeve van
het onderwijs in Breda. Toch zullen wij er rekening mee moeten houden
dat de dienst in de naaste toekomst ook een functie in de regio zal moe
ten gaan vervullen. Ongetwijfeld zal ook de dienst zelf onderzoeken of
er mogelijkheden op dat gebied aanwezig zijn en welke structuur en op
zet van de dienst daarbij het meest gewenst zijn. Wij wachten dan ook
gaarne het beleid inzake de regiofunctie af.
Ten aanzien van de huidige situatie moeten wij vaststellen dat de
schooladvies- en begeleidingsdienst een forse hap uit onze begroting neemt,
waarbij overigens moet worden aangetekend dat de dienst belangrijk werk
doet. In de saneringsnota is sprake van een eventuele aanvraag om rijks
subsidie. Wij willen door het indienen van een motie de wenselijkheid
van een rijkssubsidie graag onderschrijven.
De VOORZITTER: De heer Gielen heeft een motie ingediend die
is medeondertekend door vele andere raadsleden. De motie luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op vrijdag
8 maart 1974,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders inzake subsi
diëring van de schooladvies- en begeleidingsdienst Breda,
gehoord de discussie,
vraagt het college van burgemeester en wethouders van Breda al
het mogelijke te doen om zo spoedig mogelijk rijkssubsidie te ver
krijgen ten behoeve van de schooladvies- en begeleidingsdienst.
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van de heer Gielen
mede onderwerp van beraadslaging uit.
Wethouder BROEDERS: Naar aanleiding van het betoog van mevrouw
Willems wil ik opmerken dat ik het betreur als ik voorbij ben gegaan aan
de strekking van haar opmerkingen met betrekking tot de Hoge Vucht.in
het bijzonder over de scholen in de Wisselaar en De Geeren-Noord. Het
is bepaald niet mijn bedoeling geweest daaraan voorbij te gaan, maar
zoals men weet brengen in vergaderingen de tijd en de omstandigheden
vaak met zich mee dat de deelnemers aan de discussie elkaar wellicht
niet geheel begrijpen. De strekking van mijn opmerkingen moet in ver
band worden gebracht met de rapportage. Men kan vaststellen dat het
in bijzondere situaties mogelijk is dat het rijk met extra leerkrachten
hulp verschaft. De gemeente kan op grond van artikel 72 hulp bieden in
verband met extra toewijzing, terwijl voorts in beperkte mate -- ook de
schooladvies- en begeleidingsdienst heeft een beperkte mankracht --
begeleiding van de scholen tot stand kan komen. Wat is nu het geval
in de Hoge Vucht? Bij het rijk is een aanvraag afgewezen en aangezien
de gemeente de kosten niet geheel voor eigen rekening kan nemen, is
de basis voor bepaalde ontwikkelingen in deze wijk niet aanwezig ge
weest. Ik ben graag bereid de problemen die mevrouw Willems heeft
aangesneden in de commissie voor onderwijs te bespreken. Naar ik meen