387 8 MAART 1974 ten waarmee wij zelf zijn begonnen, zodat wij er alleen maar blij mee kunnen zijn. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Ik ben blij dat de wethouder heeft gezegd een open oog te hebben voor de problematiek in de Hoge Vucht, waarop ik te zijner tijd graag in de commissievergadering wil terugkomen. De kanttekeningen die de wethouder heeft gemaakt bij de regiona lisering kan ik volledig onderschrijven: ook naar onze mening moet de dienst door het onderwijs zelf gedragen blijven worden. In dit verband willen wij de paritaire samenstelling van het bestuur nog eens beklemto nen. De tweede kanttekening van de wethouder was dat de doorzichtig heid en de open structuur gegarandeerd moeten blijven, waarmee wij het volkomen eens zijn. De schets van de ontwikkeling van het stedelijk gymnasium heb ik met belangstelling aangehoord en de tot nu toe dienaangaande gevolgde beleidslijn kan ik onderschrijven. Ondanks het financiële voordeel dat de wethouder heeft genoemd blijf ik van mening dat het college ten aanzien van de gymnastiekzalen een verkeerde beleidslijn volgt en dat de gemeente deze zalen in eigen beheer moet houden. De opmerking dat de methode bij het vakonderwijs fundamenteel gehanteerd wordt kan ik onderschrijven. Mijn vragen echter over de uit komsten van het in dezen met het onderwijs gepleegde overleg heeft de wethouder jammer genoeg niet beantwoord. Wethouder BROEDERS: Ik heb dat overleg nog niet gepleegd. De heer DEES: Naar aanleiding van de betogen die vanavond over het onderwijsbeleid zijn gehouden wil ik een tweetal opmerkingen ma ken, in de eerste plaats iets over de middenschool en in de tweede plaats iets over de open school-gedachte. Met betrekking tot de middenschool is ook onze fractie van mening dat milieuachterstanden in het onderwijs via het onderwijs moeten worden weggewerkt. Wij zijn evenwel van me ning dat deze achterstanden niet zozeer door structuurveranderingen in het onderwijs moeten worden aangepakt als wel door veranderingen in de onderwijsprocedure. Mijn fractie heeft daarom geen enkele behoefte aan een experiment met de middenschool. In de eerste plaats menen wij dat de ervaringen met de Mammoetwet nog onvoldoende zijn en dat de evaluatie daarvan nog te onvolledig heeft plaatsgevonden. Bovendien menen wij dat een experiment met de middenschool het voortgezet on derwijs en allen die daarbij betrokken zijn onder hoge druk zou zetten. Van fundamenteler belang is dat wij niet geloven dat door een midden school milieuachterstanden in het onderwijs weggewerkt kunnen worden, zoals de minister en vele anderen betogen. De milieuachterstanden moe ten onzes inziens in een veel eerder stadium worden aangepakt en weg gewerkt. Daarom moet in het beleid alle nadruk op het kleuter- en ba sisonderwijs liggen en wij steunen dan ook van harte alle activiteiten terzake van de schooladvies- en begeleidingsdienst. Voor het voortge zet onderwijs gaat onze voorkeur uit naar veranderingen in onderwijspro cedure -- dit is overigens geen taak van de gemeente -- zoals meer in dividualisering, meer differentiatie en uiteindelijk het afschaffen van het klassikale stelsel. Sprekend over veranderingen in onderwijsprocedure wil ik de ge dachten van de heer Van Os over de open school van harte ondersteunen. De open school-gedachte heeft sterke sympathie van onze fractie omdat wij menen dat door middel van de open school oftewel "multimediaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 387