393
8 MAART 1974
aandacht" gesproken» Wanneer dit opgevat mag worden als een streven
zo spoedig mogelijk de achteruitgang van het boekenbezit te laten op
houden en garanties te scheppen voor het inlopen van de achterstand on
afhankelijk van wat er op landelijk niveau gebeurt, bestaat er bij de
christen-democratische fracties geen behoefte meer hierover een motie
in te dienen»
De heer SANDBERG: Hoewel wij nog ruim in onze tijd zitten, meen
ik dat wij al voldoende over commissies ex artikel 61 hebben gesproken,
zodat wij daar nu niet meer op terug hoeven te komen. Wel wil iK een
opmerking maken over de motie van mevrouw Paulussen» Naar onze me
ning zijn de afspraken die Eindhoven met Proloog heeft gemaakt hier niet
aan de orde. Dat onttrekt zich aan onze beoordeling en de motieven van
de gemeente Eindhoven zijn ons niet geheel bekend. Evenmin is vanavond
een waardeoordeel over Proloog en zijn activiteiten aan de orde, zodat
ik van geen enkele instemming met deze activiteiten blijk wil geven,
noch van het tegendeel omdat dit deze discussie onzuiver zou maken. Es
sentieel is voor ons de afspraak tussen Eindhoven en Breda waar ook ande
re partners bij betrokken waren» Eindhoven heeft een soortgelijk besluit
genomen als Breda in dezelfde periode en met dezelfde strekking, op voor
stel van de subsidiëntencommissie. Het verbreken van die afspraak met
ons zonder overleg is niet in de haak. Dat betreuren wij, meer niet, maar
naar mijn smaak staat er ook niets anders in de motie, zodat wij deze vol
ledig kunnen steunen.
De heer QUADEKKER; Het betoog van de heer Sandberg zou ik let
terlijk kunnen herhalen. Daarbij wil ik aantekenen dat de raad het besluit
heeft genomen een onderzoek te laten instellen, waarmee de raden van
de drie andere gemeenten en provinciale staten akkoord zijn gegaan» De
wethouder heeft dit alles bij het subsidiëntenoverleg aan de orde gesteld
en ons vervolgens medegedeeld dat een en ander volkomen akkoord be
vonden was. In een dergelijk geval vinden wij het onnet dat één van de
partijen zich niets van de afspraak aantrekt en haar eigen weg gaat, waar
mee wij vanwege deze afspraak in een zeer vreemd daglicht komen te
staan. Mede om die reden steunen wij de motie.
Wethouder MANS; Conform de belofte zal ik kort zijn. Met betrek
king tot het cultureel centrum heeft mevrouw Paulussen gevraagd om be
sluitvorming in de raad. Reeds eerder heb ik tijdens deze behandeling op
gemerkt dat het concept-preadvies al gereed is. Wij moeten daar in het
college nog over spreken; ik kan toezeggen dat wij dit onderwerp waar
schijnlijk in mei aan de raad zullen voorleggen.
Aan hetgeen mevrouw Paulussen over de toneelsituatie heeft gezegd
heb ik weinig toe te voegen; hetzelfde geldt voor de opmerkingen van de
heren Sandberg en Quadekker. Inderdaad betreurt ook het college de ont
stane situatie omdat afspraken die tussen de vijf subsidiënten zijn gemaakt
doorbroken zijn. Mijns inziens heeft de heer Sandberg terecht gezegd dat
wij ons niet moeten mengen in afspraken tussen de gemeente Eindhoven
en Proloog, maar dat hier slechts afspraken tussen de vijf subsidiënten
de vier grote gemeenten en de provincie -- in het geding zijn,
In de wandelgangen heb ik overleg gepleegd met de burgemeester
en mijn collega's en ik kan zeggen dat het college van b. en w. de mo
tie overneemt.
De heer Van Os meent te weten waar de schoen wringt. Dat verbaast
mij niets, aangezien hij wéét waar de schoen wringt doordat wij daarover
hebben gesproken in de commissie voor culturele zaken. In die commis-