396
8 MAART 1974
wil ik de ruimte die ik nu heb ook benutten. Het is niet mijn bedoeling
een vriendelijk woord van de wethouder uit te lokken, maar ik wil hem
toch enige woorden van waardering toevoegen voor de vele moeite die
hij zich heeft getroost om de industrialisatie te bevorderen, niet omwil
le van de industrialisatie zelf maar omwille van de werkgelegenheid. Ik
acht het een verheugend verschijnsel dat ook de raad steeds meer over
tuigd raakt van het zeer grote belang van de werkgelegenheid, hoewel
-- overigens volkomen terecht -- kanttekeningen worden gemaakt bij
de aard van de vestigingen. Mede uit hoofde van de opdracht die ik als
commissaris van de BRIM heb meegekregen acht ik de mening van de
raad verheugend en ik hoop dat de raad ook in de toekomst aan dit on
derwerp veel aandacht zal blijven besteden en de ruimte zal creëren
om in Breda nog werkgelegenheid te kunnen aantrekken, alsmede aan
de activiteiten in dat verband alle steun zal verlenen.
Ik eindig met nogmaals dank uit te spreken aan het adres van de
betrokken wethouder.
De VOORZITTER: Het college zegt de heer Van Banning hartelijk
dank voor zijn woorden.
De heer SANDBERG: Ik hoop dat het C.D. A. zó veel stemmen
haalt, dat de heer Van Banning weer in de raad terugkeert, zodat hij
dit volgend jaar wéér kan doen.
De heer VAN BANNING: Het is misschien mogelijk met steun van
ingezonden stukken. Met De Stem mee weet men nooit hoe ver men
komt.'
De VOORZITTER: Dat was allemaal erg leuk.'
Hierna wordt de discussie gesloten.
6t. Hoofdstuk XI: dekkingsmiddelen van algemene aard;
paragraat 1: belastingen;
paragraaf 2: algemene uitkeringen en bijdragen.
6u. Hoofdstuk XII: kasvoorzieningen.
6v. Hoofdstuk XIII: paragraaf 1: diverse inkomsten en uitgaven;
paragraaf 2: onvoorziene uitgaven.
6w. Hoofdstuk XIV: verrekeningen.
Achtereenvolgens zonder discussie.
De VOORZITTER: Aan de orde zijn thans twee moties die vanmid
dag zijn ingediend, de motie van de heer Kramer en anderen over het
zwembad "Het Ei" en de motie van de heer Nihot en anderen met betrek
king tot de subsidies aan sportverenigingen. Over beide moties heeft het
college zich beraden en ik zou de wethouder die deze aangelegenheden
behandelt willen vragen over beide moties een mededeling te doen.
Wethouder MANS: Naar aanleiding van het beraad in het college
kan ik mededelen dat wij bereid zijn de motie over "Het Ei" over te ne
men met een bepaalde voorwaarde. In de motie komt de volgende zin
snede voor: "hetwelk niet uitsluit deze sluiting wederom aan de orde te