399
8 MAART 1974
eerder en veel intenser met de voorbereiding wordt geconfronteerd, al
gemene waardering ondervindt» Wij zijn ons er van bewust dat deze me
thodiek zwaardere eisen stelt aan het ambtelijk apparaat, aan het colle
ge en ook aan de leden van de raad zelf» Toch meen ik dat de gehele
raad van mening is dat de thans gevolgde procedure in menig opzicht
voordelen biedt boven de oude methode» Over de niet-sluitende begro
ting past het mij niet in dit kader thans nog opmerkingen te makenjdaar-
over is overigens al genoeg gezegd» Wat de te late behandeling betreft,
het is duidelijk dat zowel het college als de raad er naar zal streven in
de naaste toekomst binnen de wettelijke termijnen te blijven.
Bij de laatste begrotingsbehandeling van een zittingsperiode en in
het zicht van nieuwe verkiezingen wordt altijd wat extra politiek vuur
werk geproduceerd» Ik acht dit een gezond verschijnsel. Wanneer het
niet ontaardt in persoonlijke aanvallen -- en dat is niet gebeurd -- be
hoeft het niet te leiden tot een mindere waardering voor eikaars werk
als leden van de raad. Uitgaande van de stelling dat ieder vanuit zijn
eigen overtuiging het goede voorheeft met het bestuur van onze stad kan
men, ondanks grote tegenstellingen, waardering hebben voor het werk
van zijn medebestuurder. De juistheid van deze constatering mocht ik
persoonlijk nog zeer onlangs ervaren ter gelegenheid van mijn benoeming
tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.
Ik ben er van overtuigd dat ik namens de gehele raad spreek als
ik het college dank breng voor het vele en veelomvattende werk dat aan
de voorbereiding van deze begrotingsbehandeling is voorafgegaan. Uiter
aard gaat onze dank ook uit naar alle ambtenaren van hoog tot laag die
hieraan hebben meegewerkt, vaak onder zware druk in verband met tijd
nood door de nu toegepaste methode. Overigens lijkt het mij gepast aan
het slot van deze begrotingsbehandeling, waarbij een periode wordt af
gesloten en wij ons al weer met bekwame spoed gaan bezinnen op de be
groting 1975, het college en het ambtelijk apparaat extra te bedanken
voor al hetgeen in het belang van onze stad is gedaan» Daarbij denk ik
aan de enorme hoeveelheid informatie die ons in de vorm van nota's, stu
dies en dergelijke stukken in het afgelopen jaar heeft bereikt. Deze raad
had een ware honger naar informatie.
Ik neem echter aan dat de raad nu meer dörst heeft en wil daarom
thans eindigen, nadat ik u, mijnheer de voorzitter, namens ons allen in
het bijzonder dank heb gebracht voor de prettige en soepele wijze waar
op u ook nu weer onze vergaderingen heeft geleid. De vastgestelde tij
den mochten dan zo nu en dan eens worden overschreden, dit was niet
van dien aard dat extra ingrijpen uwerzijds noodzakelijk bleek.
Voorts wil ik ook nog dank uitspreken aan het adres van de pers die
onze belangrijke "zegjes" aan den volke heeft kond gedaan. Ook dank
aan Jos voor het laven met water en voor het goede verloop van de huis
houdelijke aangelegenheden. Ik hoop dat Jos onze speciale dank zal wil
len overbrengen aan Gerrit voor de heerlijke broodjes die in de pauze
werden geserveerd. Bewondering hebben wij voor het publiek dat zelfs
gisteravond nog met tien man om ongeveer half een op de publieke tri
bune van geen wijken wist.' Ik dank u»
De VOORZITTER: Ik wil de heer Kroon en de gehele raad danken
voor deze opmerkingen, waarbij naar ik meen kan worden geconstateerd
dat de begrotingsbehandeling die thans wordt afgesloten één van de bes
te is die wij in de gemeente Breda hebben gehad, niet alleen door de
korte duur maar ook door de bijzonder constructieve wijze waarop is ge
werkt. De methode van behandeling in commissies en een korte behan
deling in de raad is naar mijn indruk zeer goed bevallen. Ik geloof dat