409 14 MAART 1974 en beschikbaar zouden kunnen komen of blijven voor de huisvesting.Men kan met het voorstel niet "zo ver weg", want het geeft te dien aanzien gewoon geen informatie. Ook uit het programma kan niet worden gecon cludeerd of er woningen bij zijn die daarvoor in aanmerking zouden kun nen komen. Wij hebben voor een bepaalde groep van woningzoekenden, namelijk degenen die niet tot een standaardgezin behoren en economisch zwakkeren, inzake de Gildewijk al eens iets op tafel gelegd. Dat is in fei te door de raad overgenomen,en ook het college heeft toen ons standpunt in grote lijnen onderschreven, dat voor die groep van woningzoekenden in Breda extra aandacht beschikbaar zou moeten zijn. Wat dat betreft heb ben mevrouw Van Nes en de heer Brooimans er al op gewezen dat het moei lijk is deze plannen te toetsen aan het argument van werken ten algeme nen nutte, omdat een aantal gevallen ons alleen maar langs informele weg bekend is. Er is natuurlijk een aantal gevallen bij waarvoor beslui ten zijn genomen maar die nog niet in uitvoering zijn, omdat gedeputeer de staten bijvoorbeeld nog geen toestemming hebben gegeven of omdat andere dingen meespelen waardoor de realisering nog op zich laat wachten. Over de plannen van de brouwerij rond de Vughtstraat en de Hoge Steen weg is geen informatie bekend; wij hebben daar vragen over gesteld en die zijn nog niet beantwoord. Wij zijn echter van mening dat dergelijke informatie van groot belang is om dit voorstel te kunnen beoordelen. Wij hebben dus nogal wat moeite met een aantal programmapunten, die in het voorstel staan, en zouden ons daarom -- gezien de reactie van het C.D.A. -- kunnen voorstellen dat het college besluit het voorstel te rug te nemen en de aangelegenheid nog eens goed te bekijken. Daarbij zou dan aandacht kunnen worden besteed aan de huisvesting en daarnaast aan de plannen, die nog niet in uitvoering zijn of zelfs nog niet aan de raad zijn gepresenteerd. Tegelijkertijd zouden de opmerkingen kunnen worden meegenomen die hier zijn gemaakt over de in de bebouwing val lende gaten. Als de aangelegenheid opnieuw en wat indringender beke ken is zou zij via de commissie openbare werken weer aan ons kunnen worden gepresenteerd. Tot slot wil ik nog een vraag stellen. Op de hoek van de Nieuwe Ginnekenstraat en de Marksingel gaan de huizen de uiterlijke verschijn selen vertonen die inhouden, dat zij op toekomstige slooplijsten zullen worden geplaatst. Misschien is het aan de hand van dit voorstel mogelijk daar enige informatie over te geven. De heer VAN CAULIL: Dit is misschien een heel ander geluid, maar ik vraag mij af of ik het voorstel goed dan wel verkeerd bekijk. Het is in de afdeling openbare werken behandeld en verschillende sprekers, die het woord hebben gevoerd, hebben in de afdeling openbare werken duidelijk van de wethouder het antwoord gekregen dat hier een krediet wordt ge vraagd, dat met een raming is aangegeven. In het stuk staat zelfs dat wij het vorig jaar 450. 000, -- van het krediet niet hebben besteed, dus wij zijn zo voorzichtig met het bedrag omgesprongen dat er een res tant van 450. 000, -- is overgebleven. Hoe kunnen wij nu eigenlijk met een geraamde begroting werken, wanneer wij geen maximumbedrag toestaan en daarvan zo zuinig mogelijk gebruik maken? Ik heb u heel duidelijk gevraagd of u terug wilde komen op ieder onderdeel, dat ge sloopt gaat worden. Ik had dat graag bevestigd of minimaal in de afde ling openbare werken besproken gezien; wanneer er dan onrust bij de raad bestaat kan men het krediet in zijn totaliteit verlenen, terwijl men be treffende onderdelen van de sloop met de commissie overleg pleegt. Ik ben een iets andere mening toegedaan dan de andere sprekers, die van opvatting zijn dat het stuk beter kan worden teruggenomen. Dat is voor mij een onmogelijkheid, want kwesties als het hoogspoor en de Tram-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 409