410
14 MAART 1974
en Gasbrug zijn bijvoorbeeld het gevolg van werken die al jaren aan de
gang zijn. Wij weten heel goed dat achter de Etnastraat en de spoorlijn
nog een verbindingsweg moet komen en dat heeft tot gevolg dat wij maat
regelen zullen moeten nemen. Er zijn mensen die denken dat dit met de
brug in verband staat, maar ik geloof dat de relatie met de brug op zich
niet zo belangrijk is. De kwestie heeft nog veel andere betekenissen.
Ik ga dus wel akkoord met de voorgestelde kredietverlening, maar
ik zou u -- mede gezien de door andere sprekers gemaakte opmerkingen
willen vragen of u, wanneer u tot besteding van de gelden in onderde
len overgaat, dit minimaal in de afdeling openbare werken aan de orde
wilt stellen.
De heer VON SCHMID: Ik ben nog niet in het stadium dat ik ervan
uitga dat het voorstel moet worden teruggenomen, maar er zitten inder
daad moeilijkheden in die ook al door anderen zijn genoemd. Ik heb bij
eerdere debatten ook al gesproken over de gaten, die in de bebouwing
vallen. Vaak zal dit niet te voorkomen zijn; er zijn natuurlijk slooppro
gramma's die moeten worden afgewerkt en waarvoor om allerlei redenen
niet onmiddellijk iets anders in de plaats komt, maar men zou zich kun
nen afvragen of dit zo nu en dan geen te grote vormen aanneemt. Ik zou
met name graag wat concretere uitspraken willen horen over de plannen
die bestaan ten aanzien van de omgeving Kloosterlaan-Pasbaan. Verschil
lende mensen hebben gezegd dat er eigenlijk nog niets concreets is, maar
misschien zijn de gedachten van het college wel iets concreter. Deze ge
dachten zou men hier vanavond kunnen uitspreken. Wat de Vughtstraat
betreft zou ik mij bij de vraag van de heer Crul willen aansluiten: welke
concrete plannen staan te dien aanzien op stapel en moet de sloop al di
rect plaatsvinden?
Wethouder VAN DUN: Als de raad het mij niet euvel duidt zou ik
willen opmerken dat ik de discussie met enige verbazing heb gevolgd. In
de eerste plaats is hier een voorstel aan de orde dat de raad telkenjare be
reikt en in de tweede plaats worden uit het raadsvoorstel conclusies ter za
ke van concrete projecten getrokken, die gewoon niet getrokken mógen
worden. Wat is namelijk het geval? De heer Van Caulil heeft naar mijn
mening gelijk: het slopen van panden in Breda is aan het college gedele
geerd en daarvoor vraagt het college jaarlijks een krediet aan de raad om
financieel tot het slopen in staat te zijn. Dit gebeurt vandaag niet voor
het eerst, want zolang deze raad met deze delegatieverordening functio
neert is dat al een normale aangelegenheid. Wat betekent dat in feite,
wanneer ik het formeel erg hard zeg? Dat betekent dat u -- en dat moet
u niet ontkennen -- het college de bevoegdheid geeft om met name ge
noemde panden ter zake van woningbouw of andere vestigingen te slopen,
de gelden te besteden en de daden te verrichten. Anderzijds moet het de
raad duidelijk zijn dat het geenszins tegelijkertijd de bedoeling is dat de
genoemde activiteiten metterdaad ook verricht worden. Het college moet
daartoe alleen maar krachtens het delegatiebesluit bevoegd en in staat
gesteld worden en het college moet bij de concretisering van de hier ge
noemde plannen de vinger aan de pols houden. Dat dit met prudentie ge
beurt kunt u niet alleen analyseren uit het feit dat van het krediet van
ruim 1. 000. 000, -- van het vorig jaar een bedrag van 450. 000, --
gewoon niet is besteed, waardoor u nu in het programma grotendeels de
zelfde projecten als het vorig jaar ziet, maar ook uit het feit dat dit col
lege u heeft toegezegd -- dit met name aan het adres van de heer Brooi-
mans -- voorzichtig te zullen zijn met slopen. Kwantitatief en qua bedoe
ling blijkt dat dit zo is en wat gaat er nu gebeuren? Wij zien vandaageen