412 14 MAART 1974 moment dat wij tot een overeenkomst met de Bijenkorfbedrijven komen zullen wij moeten gaan slopen en zullen wij gelden nodig hebben. V<5<5r die tijd wordt er gewoon niets gesloopt, maar wij moeten de mogelijke sloop wel in ons programma opnemen en als wij het volgend jaar of nooit tot overeenstemming komen worden de betreffende panden misschien het volgend jaar of misschien nooit voor dit doel gesloopt. Het is naar mijn gevoel echter duidelijk dat op die plaats te zijner tijd iets moet gaan ge beuren. De Tram- en Gasbrug is naar mijn mening ook geen punt. De raad heeft een krediet ter zake van de Tram- en Gasbrug gevoteerd en heeft het plan goedgekeurd. Er zal een aantal huizen afgebroken moeten wor den en uw raad heeft dat met de planuitvoering bezien, vandaar dat wij het normaal vinden dat het slopen van een aantal huizen in het slooppro gramma 1974 wordt opgenomen. De heer Brooimans heeft twee concrete vragen gesteld. Ik ben het in zoverre met hem eens dat men in elke raadsvergadering, wanneer over de gaten in de binnenstad wordt gesproken, het college kan verlokken te zeggen op welke punten die gaten opgevuld gaan worden. Ik wil dat spel liever niet tot in het oneindige voortzetten, ik wil alleen zeggen dat wij voorzichtig moeten zijn met het slopen en dat blijkt naar mijn mening ook uit de behandeling van dit voorstel in de richting van 1973. Er is gezegd dat in de Leuvenaarstraat-Middellaan in een te laag tempo is gesloopt, maar dat is niet zo aan te duiden; ik geloof dat men bij het slopen heel nadrukkelijk met het ontruimingsprogramma rekening moet houden. Wij kunnen pas slopen op het moment dat wij de mensen, die er nog wonen, op een ordentelijke manier andere huisvesting aange boden hebben en u weet dat dit bijzonder moeilijk is, vandaar dat het slooptempo enigszins aanloopt. Een specifieke vraag sloeg op de Van Cooth-woningen. Ik hoop dat ik er in deze raad niet al te veel over hoef te zeggen. U heeft besloten dat wij een bepaalde transactie met de legatarissen kunnen aangaan ter zake van de Van Cooth-woningen, maar ik moet u zeggen dat wij op het ogenblik juridisch wat huiverig staan tegenover de exacte manier van slopen omdat een stuk of drie van de naar ik meen 280 erfgenamen moeilijkheden maken. Wij willen de juridisch beste weg volgen, vandaar dat de panden niet onmiddellijk zijn gesloopt zoals aanvankelijk de be doeling was. De heer Jansen heeft zich akkoord verklaard met het slopen van de woningen aan de Leuvenaarstraat-Middellaan. Van de andere punten heb ik naar mijn mening een verklaring gegeven. De heer Crul heeft de kwestie van de incomplete gezinnen en de andere huisvestingsgevallen ten tonele gevoerd. Ik heb hem bij een vori ge gelegenheid toegezegd dat wij daarop terugkomen bij de behandeling van de volgende nota huisvesting, die nog in de zittingsperiode van dit college zal plaatsvinden. Over de kwestie van de hoek Nieuwe Ginneken- straat-Marksingel is mij persoonlijk niets bekend, dus ik kan de heer Crul daar op dit moment niet over informeren. De heer Van Caulil heeft even de indruk gehad dat wij op ad-hoc - voorstellen ter zake van dit krediet nog in de raad terugkomen. U heeft uit mijn betoog kunnen opmaken dat dit niet de bedoeling is. Het betreft hier een machtiging aan het college, maar ik heb er anderzijds geen en kel bezwaar tegen om periodiek, hetzij per kwartaal of per twee maan den, de voortgang van de activiteiten en de financiële consequenties in de commissie openbare werken te bespreken» Daar heeft het college geen enkele moeite mee» Ik meen dat ik de vraag van de heer Von Schmid daarmee ook heb

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 412