413 14 MAART 1974 behandeld. Mijn mening is dat het college dit stuk ter zake van het sloop programma 1974 gewoon moet handhaven. De heer CRUL: Het is al vaker aan de orde geweest dat wij in de raad met voorstellen te maken krijgen die met onderbrekingen aan ons voorgelegd worden en toch een zekere samenhang hebben. Er is al meer op gewezen onder andere bij voorbereidingsbesluiten en bestemmings plannen -- dat het toch eigenlijk aanbeveling verdient dergelijke plan nen in één voorstel aan ons te presenteren, zodat wij de samenhang en alle kanten van de problemen gelijktijdig kunnen bezien. Dit geldt in feite ook vandaag weer. De wethouder zegt dat alleen het krediet wordt goedgekeurd; er is een delegatie van bevoegdheid aan het college om de plannen verder uit te werken en de wethouder is vast van plan het sloopwerk uit te voeren in relatie tot de bestaande plannen. Wethouder VAN DUN: Dat is niet helemaal waar. Ik heb niet be doeld te zeggen in relatie tot de plannen die wij als college hebben" maar "in relatie tot de plannen die de gemeenteraad goedkeurt". De heer CRUL: Er is een aantal plannen nog niet goedgekeurd, dus het gaat toch om plannen die uw college heeft. Ik kan het niet anders zien. Wethouder VAN DUN: Zoals ik u heb verteld blijft het krediet dan gewoon over op de begroting 1974. De heer CRUL: Dat is ons wel duidelijk, maar het is nu eenmaal zo dat wij toch voorafgaande aan de verdere uitwerking iets goedkeuren, waarvan de consequentie niet helemaal te overzien is. Nu komt het wel in de raad terug, maar vooral de opmerkingen van de zijde van hetC.D.A. geven mij aanleiding deze kwestie eens goed te overdenken. Ik ben het met de wethouder eens dat over dit soort voorstellen anders wordt gespro ken dan vroeger, er wordt anders naar toe gewerkt, ook door de raadsle den, Er wordt wat meer achtergrondinformatie van buiten de raad verkre gen en ook in de commissievergaderingen is wat meer bekend dan vroe ger het geval was. Met die kennis werken wij nu eenmaal en dat geldt vooral wat betreft de superstore, de Tram- en Gasbrug, de Gerardus Ma- jellawijk en de plannen van "De Drie Hoefijzers". U kunt wel zeggen dat de kwestie terugkomt als wij te maken krijgen met de verkoop aan de bierbrouwerij, maar het is ook bekend dat de huidige bewoners van de Vughtstraat uitdrukkelijk hebben geweten dat dit boven hun hoofd hing en dat zij toch van mening zijn dat er wat meer uitbreiding aan de woon functie kan worden gegeven. Wat die plannen betreft vindt overleg met de bewoners plaats, dus in feite gaat u toch al vooruit werken op de be slissingen die hier vallen en de plannen die in de toekomst te verwach ten zijn. U heeft ons verteld dat de kwestie eigenlijk helemaal geen haast heeft omdat u toch rekening houdt met alles wat nog moet komen, dus er is zeker reden om de aangelegenheid nog eens te bezien en met wat meer achtergrondinformatie in de raad terug te komen. U kunt dit bin nenkort doen als de plannen gerealiseerd moeten worden of u kunt dit straks doen, als de plannen aan de orde komen; wij kunnen dan met meer kennis van zaken over dit besluit oordelen. Als dat niet mogelijk blijkt te zijn of als de raad daar niet voor voelt, zullen wij met een gedeelte van het voorstel niet kunnen meegaan. Mevrouw VAN NES-BRANDS: In de eerste plaats moet ik zeggen dat ik blij ben dat er zoveel tijd wordt besteed aan het sloopprogramma

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 413