425 14 MAART 1974 de Gerardus Majellawijk en de opmerking, die de heer Van den Wijn gaard maakt, is ook door de bewoners zelf gemaakt. In die vergadering en later ook in de commissie ruimtelijke ordening is duidelijk gesteld dat de vestiging van dit kantoorpand met zich zal brengen dat bij dere constructie van de Gerardus Majellawijk een zodanige verkeerssituatie zal ontstaan dat het parkeren voor anderen dan de bewoners tot de onmo gelijkheden zal behoren. Die garantie krijgt de heer Van den Wijngaard van de kant van het college. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten. 21. bijlage nr, 85 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN KREDIETEN VOOR UITBREIDING EN VERNIEUWING VAN HET GEMEENTELIJK WAGENPARK. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt con form het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 22. bijlage nr. 86 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZI GING VAN DE BOUWVERORDENING (4e WIJZIGING). De heer VEELENTURF; De strekking van dit preadvies is al bij de algemene beschouwingen betrokken geweest, zodat er van onze zijde op dit moment nog weinig over te zeggen valt. Ik wil wel van deze gelegen heid gebruik maken om wethouder Van Dun te bedanken voor zijn uitvoe rige uiteenzetting ten aanzien van deze probleemstelling en ik wil de hoop uitspreken dat uw college zo snel mogelijk tot die maatregelen zal komen, die tot een effectieve oplossing van deze problemen, die naast economische ook sociale aspecten hebben, zullen leiden. De heer JANSEN; In het begin van deze zittingsperiode heb ik naar aanleiding van de vestiging van verschillende kortingwinkels in Breda ge pleit voor een wijziging van de bouwverordening, die het mogelijk zou kunnen maken dergelijke winkels te weren dan wel te beperken. Het op stellen van een structuurplan achtten wij toen reeds dringend gewenst.Eiaar- om verbaast het mij ten zeerste dat u nu, na al die jaren, met het argu ment komt dat het opstellen daarvan tijdrovend is. Ik begrijp niet goed waarom er, ondanks uw zienswijze van destijds, nog niet mee begonnen is. Overigens heeft het mijn waardering dat u door deze wijziging van de bouwverordening het probleem wilt aanpakken. Ik. zie het ook als een eerste aanzet in de goedé richting om tot een optimaal beleid te komen ten aanzien van de totale distributieplanning. Wel zou ik graag van u willen vernemen wanneer deze verordening in werking treedt en of zij ook van toepassing kan zijn op de aanvragen, die thans reeds bij uw col lege liggen. De heer SANDBERG; Ook wij gaan akkoord met dit voorstel, zij het onder aantekening dat wij de juridische hardheid nauwelijks kunnen beoordelen. Dat zal straks wellicht blijken. Wij hopen dat het een ef fectief middel is, wij hebben er ook wel vertrouwen in. Ons rest een tweetal vragen. Waarom is indertijd dat artikel 352, dat weliswaar voorkwam in de modelverordening, in Breda weggelaten? Heeft dat bewust plaatsgevonden of is dit artikel per ongeluk tussen wal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 425