428
14 MAART 1974
28, bijlage nr. 92
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK
KING TOT EEN NIEUWE OPZET VAN DE GEORGANISEERDE JEUGD-
TANDZORG IN BREDA.
De heer VAN DUIJLs Dit preadvies is in feite een sluitstuk om te
komen tot een jeugdtandverzorgrng, die begint bij de aanstaande moe
der. Het is een initiatief om een halt toe te roepen aan de zeer slechte
toestand, waarin een groot gedeelte van de gebitten van onze Nederland
se bevolking zich bevindt. Breda loopt voorop en wil dit euvel op gro
te schaal aanpakken. Onze fracties staan zeer positief tegenover dit pre
advies. Wij hopen dat de Bredase, burgers hun medewerking ruimschoots
aan dit initiatief zullen geven, want het is in ieders belang dat onze jeugd
-- daarmee begint u zeer terecht -- een goed verzorgd en sterk gebit
heeft. Het behoedt de jeugd in het verdere leven tegen een aantal pijn
lijke ingrepen, terwijl een slecht gebit bovendien ook nog andere con
sequenties heeft. Uit het preadvies blijkt dat alle instanties, die beroeps
matig bij de volksgezondheid zijn betrokken, mede participeren in de
oprichting van het centrum. Hieruit blijkt dat uw initiatief een goed
opgezet plan is en wij wensen u alle succes toe bij uw streven een halt
toe te roepen aan de steeds voortwoekerende cariSs,
De heer DEES; Ik meen te kunnen constateren dat de zorg voorde
Bredase jeugd in het activiteitenlijstje van uw college hoog genoteerd
staat. Enige jaren geleden werden wij geconfronteerd met de aanvang
van het schooladvies- en begeleidingswerk, een belangrijke doch zeer
kostbare aangelegenheid. Thans is het verheugend dat uw college er,
ondanks de moeilijke budgettaire situatie, toch m is geslaagd opnieuw
een belangrijk project voor de jeugd van de grond te doen komen. On
ze fractie kan de hoofdlijnen van de nota jeugdtandzorg en het daarop
gebaseerde preadvies van het college dan ook van harte onderschrijven.
Wij menen dat er twee redenen zijn om de slechte gebitstoestand terug
te dringen: in de eerste plaats eist het belang van de volksgezondheid dat.
Tandcariës kan negatieve gevolgen hebben, niet alleen voor het gebit,
doch ook voor de gehele lichamelijke situatie, hetgeen de laatste jaren
afdoende is bewezen. In de tweede plaats stijgen de kosten van de cura
tieve tandheelkundige zorg enorm. Terugdringen van die kosten zou via
preventie -- en dit plan voorziet daarin -- moeten geschieden. Naar aan
leiding van uw preadvies zou ik een aantal vragen willen stellen. Bete
kent dit plan voor de jeugdtandzorg en met name de verstrekking van
fluor-tabletten dat het college de drinkwaterfluoridering heeft afgeschre
ven? Is er absolute zekerheid dat ziekenfondsen zowel 25% van de kos
ten van het T. V. G„ O. -centrum als de kosten van de fluor-tabletten --
12,50 per kind per jaar -- en de hersanering van de aanstaande moe
ders voor hun rekening zullen nemen? Ik meen namelijk zeker te weten
dat het landelijk vastgestelde verstrekkingspakket betreffende tandheel
kundige zorg voor ziekenfondsverzekerden nog niet in die mogelijkheid
voorziet, maar hopelijk komt daar dit jaar nog verandering in. Wanneer
dat niet gebeurt, hoe zit het dan met de financiering door de ziekenfond
sen? Is er dan toch zekerheid?
Uw college stelt dat op grond van een aantal overwegingen te ver
wachten is dat de stijging van de ten laste van de gemeente komende kos
ten na 1975 niet groter zal worden. Wij hopen dit uiteraard, maar waar
dit afhankelijk is van landelijke besluiten is zekerheid naar onze opvat
ting niet te geven en wanneer wij dan het voorstel in uw preadvies be
zien zouden wij daar toch in die zin een restrictie bij willen maken, dat
tot gefaseerde invoering van de georganiseerde jeugdtandzorg in Breda
