439 18 APRIL 1974 een enigszins kermisachtig aandoend aanzicht geven. Kan het de bedoeling zijn dat dit kunstwerk geregeld wordt gebruikt voor trai ning van honden die bij toerbeurt door de laag en hoog geplaatste ogen van de schaardelen moeten springen? Wil het college bevor deren dat het gazon weer spoedig geheel ter beschikking komt van de jeugd van de basisscholen, die ter plaatse onder toezicht van het onderwijzend personeel en met vergunning van de dienst voor jeugd en sport bij daarvoor passende weersomstandigheden sport en spel bedrijven? Kan voor het onderhavige kunstwerk spoedig een andere "passender" plaats in deze gemeente worden aangewezen? ANTWOORD. De plaats van het scharenproject is na uitvoerig overleg en na afweging van diverse mogelijkheden, geheel in samenspraak met de kunstenaar Th. Besemer, gekozen. Met zijn werk wil de kunste naar zijn kritiek vooral op de planologie visueel duidelijk maken. Omdat de ontmoeting met het project voor iedere voorbij ganger onontkoombaar is, zoals deze laatste maanden ook duide lijk is gebleken, zijn wij van oordeel dat de situering aan deze verwachtingen heeft beantwoord. Het oordeel over een kunstwerk zelf is nu eenmaal sterk afhankelijk van het persoonlijk inzicht. Bij het bepalen van de plaats is er rekening mee gehouden dat het veld van het sportcentrum beschikbaar blijft voor sport en spel voor de jeugd. Wij vinden niet dat de integratie van het scharenproject in de activiteiten, die in en rondom het sportcentrum plegen plaats te hebben, enige afbreuk doet aan het werk op zich. Samenvattend zien wij geen aanleiding in te gaan op Uw voor stel uit te zien naar een "passender" plaats. VRAAG (ing. art. 40, 2e lid R. v. O. De heer NIHOT: In "De Stem" van 20 februari 1974 hebben wij onder het hoofd "Eerlijk maar onaanvaardbaar" kennis kunnen nemen van het feit, dat een dame, die ernstige overlast ondervonden heeft van een of meer individuen, bij de politie daarover een klacht wilde deponeren. Evenwel kreeg zij het advies dat maar liever niet te doen, want dan loopt U het risico, dat binnen de kortste tijd Uw ruiten zijn vernield", aldus het door een politieman verstrekte advies. Blijkens regelmatig in de Pers voorkomende berichten neemt de bedreiging van burgers hand over hand toe, terwijl de bescher ming van de bevolking -- blijkens het wellicht goed bedoelde ad vies toch wel te wensen overlaat. Dezerzijds is getracht om middels de redactie van "De Stem" in contact te komen met de dame, die haar klacht via het be kende toestel 119 van dat blad bekend heeft gemaakt. Deze poging is waarschijnlijk gestrand op het feit, dat bedoelde dame -- wel licht afgeschrikt door het gegeven advies -- niet bereid is gebleken haar identiteit bekend te mal<en. Ingevolge artikel 40, 2e lid R. v. O. verzoek ik U mij omtrent de volgende vragen volledig te willen doen informeren:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 439