17 JANUARI 1974
43
Vervolgens zou ik nog enkele opmerkingen willen maken over het
accountantsonderzoek. Voorzover de jaarrekening van Casema betrek
king heeft op Breda en voorzover in de overheadkosten toerekeningen
worden toegepast, is het accountantsonderzoek daarvan geregeld in de
overeenkomst met Casema. Casema heeft de jaarrekening 1972 laten
controleren door het accountantskantoor "Pelser, Hamelberg, Van Til
Co"een externe accountant, een normaal accountantskantoor dat
zich met accountantsonderzoeken bezighoudt en dat derhalve volstrekt
onafhankelijk en objectief is. Ik zie dan ook op dit ogenblik nog niet
in hoe wij Casema zouden kunnen verplichten nog een andere externe
accountant een oordeel te laten uitspreken over de cijfers die Casema
aan ons heeft overgelegd en die voor een deel voortvloeien uit de ge
controleerde cijfers over 1972 en voor een ander deel uit de -- uiter
aard niet gecontroleerde -- cijfers over 1973. Op alle mogelijke ma
nieren ben ik bereid over deze problematiek contact op te nemen met
Casema, maar ik verwacht overigens dat de extra-kosten die een der
gelijk accountantsonderzoek met zich mee gaat brengen voor rekening
van de gemeente zullen komen, zodat de raad ook daarover een oor
deel zal moeten uitspreken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet eens
zeker weet dat de P. T. T. van hetzelfde accountantskantoor gebruik
maakt, maar dat ik dit alleen veronderstel, hoewel dat op zichzelf niet
veel ter zake doet. Als mijn veronderstelling juist is, is de situatie ver
klaarbaar omdat de problematiek met betrekking tot de aanleg van het
Casema-net vrij veel lijkt op de activiteiten van P. T. T. -organen.
De heer Van Duijl heeft de aansluitdichtheid nog eens ten tone
le gevoerd en ik meen dat er geen verschil van mening bestaat. Uiter
aard heeft Casema enkele "voor-investeringen" gedaan: zo is bijvoor
beeld het gehele centrale leidingnet reeds gelegd, waarop de wijken
nog niet alle zijn aangesloten. De op dit centrale net betrekking heb
bende kosten worden natuurlijk niet berekend naar de huidige stand
van zaken, maar er wordt aan de hand van de gehele looptijd nagegaan
op welke wijze de kapitaalslasten en rentelasten van dit net kunnen
worden afgeschreven.
Naar de mening van de heer Van Caulil is de taak van de bege
leidingscommissie in algemene zin onjuist. Ik meen dat deze taak in
algemene zin juist is: het is in principe geen "kijkcommissie". Dat in
dit geval deze indruk echter op zijn minst is gewekt is alleszins juist.
In de toekomst zal dit moeten worden vermeden.
De vraag is gesteld wat er gebeurt als er nu abonné's bedanken of
als de aansluitdichtheid terugloopt. Het contract houdt in dat het Case-
manet-Breda kostendekkend werkt, waaruit volgt dat de opbrengsten en
de lasten met elkaar in evenwicht moeten blijven, zodat eventuele te
korten ofwel door de een ofwel door de ander moeten worden opgebracht.
Er zijn -- indien deze situatie zich althans voordoet -- twee mogelijk
heden: er wordt een hoger tarief berekend aan degenen die wel zijn aan
gesloten, of de gemeente Breda moet ertoe besluiten een deel van de
exploitatietekorten van Casema over te nemen.
Ik zal de woorden "Uit. Amen" nu niet meer gebruiken; men wordt
in de loop van de tijd natuurlijk ook iets wijzer.' Overigens is het niet
waar dat op dit ogenblik de informatie over de tariefstelling even mini
maal is als in mei 1972. De begeleidingscommissie heeft alle stukken
en alle cijfers gekregen en een en ander is in enkele vergaderingen, ze
ker in de laatste, uitgebreid gemotiveerd. Dit betekent dat de informa
tie -- zij het laat en op korte termijn -- heel anders is geweest dan in
mei 1972 het geval kon zijn.
Misschien is er een P. T. T. -er in de zaal die iets meer kan zeg-