441 18 APRIL 1974 VRAAG (ing. art. 40, 2e lid R. v. O. De heer JANSEN: Reeds enige tijd geleden verzocht ik U de mogelijkheid te willen onderzoeken tot het plaatsen van beschutte wachtgelegenheden bij bushaltes (ABRIS) in de directe nabijheid van bejaardencentra. Met name heb ik toen aangedrongen op een spoedige plaatsing hiervan bij het bejaardencentra aan de Overakkerstraat omdat de bushalte (Zwijnsbergenstraat) hiervan meer dan 150 meter verwij derd is. Wanneer wij het openbaar vervoer willen bevorderen en aan bejaarden meer faciliteiten willen verlenen acht ik dit onder meer noodzakelijk. Bij informatie aan de B. B. A. deelde men mij mee dat hier voor reeds geld beschikbaar was gesteld, maar dat plaatsing in overleg met de gemeente zou geschieden. Ik wilde U ingevolge art. 40 van het reglement van orde de navolgende vragen voorleggen: 1. is de mij meegedeelde informatie van de zijde der B. B. A. juist? 2. Zo ja, heeft Uw college een prioriteitsbepaling t. a. v. het plaatsen van beschutte wachtgelegenheden? 3. Kan het college bevorderen dat er op korte termijn stappen worden ondernomen om deze gelegenheden te realiseren bij bejaardencentra, in het bijzonder nabij de Zwijnsbergenstraat? ANTWOORD. 1. Als U van de zijde van de B. B. A. werd medegedeeld, dat er gelden beschikbaar zijn voor het plaatsen van abri's in 1974 t. b. v. passagiers van de stadsautobusdienst, dan is die mede deling niet juist. 2. Als er een mogelijkheid is (financieel gezien) om abri's te plaatsen geschiedt dit in overleg tussen de B. B. A. en ons col lege. 3. Het plaatsen van abri's nabij bejaardencentra en met name die nabij de Zwijnsbergenstraat heeft de aandacht van ons college. Wij vrezen echter, dat gedurende 1974 deze voorziening niet meer getroffen zal kunnen worden. De reden hiervoor is ge legen in de omstandigheid, dat de gemeentelijke bijdrage aan de B. B. A. voor 1974 zoals die in ae gemeentebegroting werd geraamd gebaseerd is op normaal te verwachten ontwikkelingen van lonen en prijzen. Nu echter als gevolg van de ontwikkelingen eind vorig jaar en begin dit jaar met name de olieprijzen bij na verdubbeld zijn verwachten wij, dat de geraamde gemeen telijke bijdrage aan de krappe kant zal blijken te zijn, zodat de kosten van het plaatsen van abri's niet meer gedragen zullen kunnen worden. Een definitief standpunt in deze kunnen wij eerst bepalen na ontvangst van de begroting 1974 van de stadsautobusdienst. Wij vertrouwen U met het vorenstaande voldoende te hebben ingelicht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 441