442 18 APRIL 1974 VRAAG (ing. art. 40 van R. v. O. De heer CRUL: Bewoners van de Vuchtstraat hebben ons benaderd over de verkoop van de woningen aan de bierbrouwerij de Drie Hoef ijzers. Bovendien is in een aantal publicaties in De Stem aandacht be steed aan deze zaak. Ingevolge artikel 40 van het reglement van orde leggen wij U de volgende vragen voor: 1. Op grond van welke gebreken (globaal) werden de woningen onbewoonbaar verklaard? Is het mogelijk de rapporten openbaar te maken? 2. Is er een mogelijkheid dat, gezien de veranderde inzichten over het opknappen, renoveren etc. van het oude woning bestand, eventueel met behulp van de bewoners, de onbe woonbaarverklaring teniet gedaan zou kunnen worden? 3. Welke plannen heeft het college om de ontruiming van deze huizen te realiseren? 4. Op welke wijze denkt het college in vervangende huisvesting te voorzien? 5. Welke onderhandelingen hebben tot nu toe plaatsgevonden tus sen de gemeente en de Drie Hoefijzers m.b.t. uitbreiding van hun vestigingen in Breda en de daarmede verband houdende grondaankoop op korte en lange termijn? Wat was de inhoud van deze onderhandelingen? ANTWOORD. 1. De rapporten betreffende de resultaten van de ingestelde onder zoeken naar het geschikt zijn ter bewoning van de onderhavige woningen hebben in 1968 ter visie gelegen. Er bestaat geen be zwaar deze rapporten opnieuw voor de raad ter inzage te leg gen. Bedoelde woningen zijn onbewoonbaar verklaard op grond van de volgende gebreken: vochtigheid, versleten hoofdconstructie, onvoldoende brandveiligheid en overige tekortkomingen t. a. v. de primaire eisen van volkshuisvesting (b. v. privaat rechtstreeks vanuit keuken bereikbaar, aantal vertrekken te gering). 2. In het betreffende raadsvoorstel tot onbewoonbaarverklaring is gesteld, dat de gebreken van dien aard zijn, dat de kosten verbonden aan het wederom in bewoonbare staat brengen van de woningen economisch niet verantwoord zijn. In deze si tuatie is geen wijziging gekomen. 3. De ontruiming van de onderhavige panden zal geschieden, zo dra de realisering van het ter plaatse vigerende bestemmings plan "hoge steenweg e. o. dit noodzakelijk maakt. De be treffende grond is bestemd voor doeleinden van handel en be drijf.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 442